All-mountain mountainbike AM 50 S

Als je fiets uit de winkel komt, zijn de remblokken en -schijven nog nieuw waardoor de remmen nog niet optimaal werken. Door voortdurend met ingeknepen remmen in koude toestand te rijden (bijvoorbeeld in een afdaling), kunnen de remblokken te heet worden en "verglazen".

Om dit fenomeen tegen te gaan, raden we aan om je remmen in te remmen. Dit doe je door een tiental keer te remmen met elke rem. Dat doe je door sterk te vertragen, van 25 naar 5 km/u, maar zonder het wiel te blokkeren, telkens met slechts één rem tegelijk.

Als je een dun, glad en glanzend laagje op je remblokken ziet, zijn ze zonder twijfel verglaasd. Om dit te verhelpen en te voorkomen dat je ze moet weggooien, kun je ze ontglazen met relatief fijn schuurpapier (korrel 120). Draag handschoenen en een mondkapje terwijl je je remblokken schuurt. Monteer je remblokken vervolgens terug op je fiets en rem ze opnieuw in.

De minimale en maximale bandenspanning in de originele montage met binnenband (Tube Type) staan op de zijkant van de band.

Hou er echter rekening mee dat het oppompen van je banden een kwestie van voorkeur is en dat de ideale bandenspanning afhangt van je gewicht, het terrein waarop je fietst en je gevoel.
Je moet dan ook een goed compromis vinden tussen traprendement (hard opgepompt) en comfort/grip (minder hard opgepompt).

Hiervoor kun je als volgt te werk gaan:
zoek een kort traject (5-10 minuten) met zoveel mogelijk verschillende ondergronden (modder, oneffen terrein, met boomwortels, kasseien…). Pomp je banden tot de aanbevolen maximale spanning op en maak een rondje. Als je band te hard is en je niet genoeg comfort hebt of te weinig grip in de bochten, dan laat je er wat lucht uit. Doe opnieuw een rondje tot je de optimale bandenspanning hebt gevonden.

Let erop dat je niet onder de aanbevolen minimale bandenspanning gaat, om te voorkomen dat je band bekneld of lek raakt.
Goed opgepompte banden zijn essentieel bij het mountainbiken. Controleer dan ook regelmatig de bandenspanning.

TUBELESS is een goede manier om alles uit je band te halen. De spanning is minder hoog (zo'n halve bar lager) dan bij een tube type montage. Omdat de band minder hard is opgepompt, komt het "karkas" rechtstreeks in contact met de grond. En dat zonder de onnodige wrijving van een binnenband.

Tubeless rijden doe je om te kunnen rijden met een lagere bandenspanning om optimaal te profiteren van je band, de spanning mag echter niet zo laag zijn dat de velg de grond raakt wanneer je over een obstakel rijdt.

Let erop dat de spanning niet hoger is dan 3 bar bij een TUBELESS-montage, omdat je aluminium velgen anders kunnen vervormen.

Goed opgepompte banden zijn essentieel bij het mountainbiken. Controleer dan ook regelmatig de bandenspanning.

OPMERKING: In tegenstelling tot je velgen, zijn je HUTCHINSON TORO banden niet compatibel met TUBELESS. Als je wil overstappen op TUBELESS moet je van band veranderen.

Wil je het risico op een lekke band of beknelling van je binnenband beperken en de grip en het comfort verhogen, dan kan je de wielen van je mountainbike TUBELESS maken. Je wielen zijn tubeless ready, dat wil zeggen dat er al een luchtdicht velglint op zit. Je hebt alleen nog een tubeless ready bandenset, tubeless PRESTAVENTIELEN en antilekvloeistof nodig. Draag zeker handschoenen en een veiligheidsbril om jezelf te beschermen bij een eventuele klapband.

Je wielen tubeless maken doe je in de volgende stappen:

1. Demonteer het wiel
2. Haal de originele band eraf en binnenband eruit
3. Controleer of het velglint goed vastgeplakt zit en of er nergens luchtbelletjes of scheurtjes te zien zijn
4. Plaats een TUBELESS PRESTA-ventiel in het gaatje in de velg
5. Doe 90 ml (70 ml) antilekvloeistof in de nieuwe buitenband voor een band van 29" (27.5")
6. Monteer je nieuwe TUBELESS band
7. Pomp de band op met een voldoende sterke luchtstoot zodat hij zichzelf vastplopt op de velg. Let er wel op dat de druk niet hoger is dan 3 bar, een hogere druk kan de aluminium velgen beschadigen.

Lijkt deze klus je toch wat te lastig, ga dan gerust naar het atelier van je dichtstbijzijnde DECATHLON-winkel waar ze het met plezier voor jou zullen doen.

Je ROCKSHOX RECON-vork vraagt een afstelling die aangepast is aan je rijstijl, het terrein en je voorkeur, maar vooral ook aan je gewicht.

Om te weten wat de aanbevolen druk en rebound voor jouw vork is, kan je op de link hieronder klikken. Je dient dan je gewicht met alle uitrusting (helm, schoenen en drinkrugzak) en het model van je fiets in te voeren: een MTB.

Het programma berekent de aanbevolen druk (in psi) en de rebound in aantal kliks beginnend van de volledig met de klok mee aangedraaide positie (langzame positie).

Met de druk kun je de zogenaamde sag regelen, het percentage invering wanneer je op je fiets gaat zitten. Om soepeler te rijden of voor meer comfort is een hoge sag het beste (30% tot 35%). Voor competitiever fietsen, en betere prestaties, wordt de voorkeur gegeven aan meer stugheid (20% tot 25%).

De uitveersnelheid (of rebound) is de snelheid waarmee de vering terugkeert naar zijn oorspronkelijke positie na het opvangen van een schok. We raden aan om de rebound af te stellen op basis van je fysieke conditie en het niveau van je stuurtechniek. Het reboundknopje zit onder de rechterpoot van je vork (zie foto).

Nu je de aanbevolen afstellingen voor de vork hebt bepaald, kan je het deel "DE SAG VAN DE VORK AFSTELLEN" bekijken.

Nadat je de gewenste instellingen van je vork hebt bepaald, heb je nu een tweede persoon nodig die je helpt, en ook een hogedruk voorvorkpomp.

In het filmpje kan je zien hoe je de sag van de vork afstelt.

OPMERKING: Het ventieldopje dient alleen om het ventiel te beschermen tegen stof en houdt in geen geval de druk van de vering tegen. Het heeft dus geen enkele zin om het te hard dicht te draaien!

Wil je dat je MTB zich evenwichtig gedraagt, dan raden we aan om de sag van de voorvork en die van de achterdemper op elkaar af te stemmen. Het afstellen gebeurt op vrijwel dezelfde manier als bij de vork:

Je hebt de hulp van een tweede persoon nodig, en ook een hogedruk vork-/demperpomp en een liniaal, meetlat of meetlint.

Breng de demper op de juiste druk volgens de aanbevolen instellingen. Vraag vervolgens aan de persoon die je helpt om je MTB vast te houden zodat je erop kunt gaan zitten. Meet hoe ver de demper inveert wanneer je stabiel op de fiets zit. Wil je meer sag, dan verlaag je de druk van de demper, wil je minder sag, dan blaas je wat lucht bij.

Net als bij de voorvork geldt ook hier: voor soepeler rijden of meer comfort kies je voor een hoge sag (30% tot 35%). Voor competitiever fietsen, en betere prestaties, wordt de voorkeur gegeven aan meer stugheid (20% tot 25%).

OPMERKING: Het ventieldopje dient alleen om het ventiel te beschermen tegen stof en houdt in geen geval de druk van de vering tegen. Het heeft dus geen enkele zin om het te hard dicht te draaien!

Om je mountainbike goed schoon te maken, heb je fietsreiniger, een spons en een borstel nodig.

Spoel de fiets af met de tuinslang voordat je het reinigingsproduct aanbrengt. Gebruik vervolgens de spons en de borstel om het product doeltreffend aan te brengen. Het is belangrijk om het product te laten inwerken voordat je de fiets afspoelt.
Spuit met een zachte straal zodat je de mechanische elementen niet beschadigt.
Droog tot slot je fiets af met een droge, schone en zachte doek.

Gebruik nooit een hogedrukreiniger, het water zou in de kogellagers kunnen dringen en je mountainbike voorgoed beschadigen.

Begin met het wiel van je fiets te halen. Gebruik vervolgens een remblokspreider of, als je die niet hebt, een dikke platte schroevendraaier om de remblokken uit elkaar te duwen en de zuigers terug te brengen naar hun originele stand.

Verwijder de borgpen en draai het schroefje los dat de remblokken op hun plaats houdt. Haal de remblokken uit hun behuizing. Prepareer de nieuwe remblokken door het veertje ertussen te plaatsen. 

Schuif de nieuwe remblokken in de remhoef, let hierbij op de juiste kant (R/RIGHT voor rechts en L/LEFT voor links). Draai tot slot de schroef weer in en steek de borgpen op zijn plaats.

Nu kan je het wiel terugplaatsen. Rem vervolgens een tiental keer om de remblokken dichter bij elkaar te brengen. Doe nog even een visuele controle om na te gaan of de remblokken goed op hun plaats zitten en niet tegen de remschijf schuren. Vergeet je nieuwe remblokken niet in te remmen.

Hiervoor heb je een inbussleutel van 5 mm nodig.

Schroef de remhoef los en knijp de remhendel dicht. Het is belangrijk dat je de remhendel dichtgeknepen houdt voor je de remhoef weer vastschroeft met 9,5 Nm.

Doe tot slot een visuele controle om na te gaan of de schijf en de remblokken nog contact maken.

Als je remhendel sponzig voelt en/of je stuur raakt voordat je remt, dan is het tijd om het remsysteem te ontluchten. Om een optimale remkracht te behouden, raden we aan om de remmen eens per jaar te ontluchten.

Het ontluchten van remmen is vrij ingewikkeld en je hebt er het geschikte gereedschap voor nodig. Weet je niet zeker of je dit kan of heb je niet het juiste materiaal, dan kan je je mountainbike naar een van onze DECATHLON-ateliers brengen waar ze de remmen voor jou ontluchten. Als je het zelf wil doen, kan je je laten helpen door het filmpje en de handleiding van je remsysteem, onderaan de pagina in het gedeelte HANDLEIDINGEN.

OPMERKING: Het filmpje gaat over SRAM remhoeven met Bleeding Edge technologie, jouw remhoeven zijn niet uitgerust met die technologie maar de procedure is dezelfde, alleen het opzetstuk is anders.

Bij een mountainbike is de vork een van de sterkst belaste onderdelen en een correct onderhoud is dan ook noodzakelijk om een zekere mate van comfort en een absolute veiligheid te garanderen wanneer je op moeilijk terrein rijdt. We raden je dus aan om je vork regelmatig een onderhoudsbeurt te geven.

Er zijn verschillende onderhoudsbeurten nodig om de levensduur van je vork maximaal te verlengen:

Na elke rit dien je het vuil van de binnenpoten en de stofwerende dichtingen te halen. Op die manier komt er zo weinig mogelijk vuil in de buitenpoten terecht. Je kan ook een beetje SRAM Butter vet op de afdichtingen aanbrengen om te voorkomen dat ze uitdrogen. Verwijder daarna wel alle overtollige vet zodat het stof er niet in kan blijven plakken.

Voor een optimale inwendige smering kan je je fiets een nachtje ondersteboven zetten (met de wielen naar boven). Zo dringt de olie goed in het foam van de stofdichtingen binnenin de buitenpoten.

De twee volgende onderhoudsbeurten zijn complexer omdat je er de vork voor moet demonteren. Weet je niet zeker of je dit kan of heb je niet het juiste materiaal, dan kun je je MTB naar een van onze DECATHLON-ateliers brengen en dan doen onze technici het onderhoud voor jou. Als je het zelf wilt doen, kun je de aanwijzingen vinden in de handleiding van je vork, onderaan de pagina in het gedeelte HANDLEIDINGEN.

Na 50 uur gebruik doe je het basisonderhoud, dat wil zeggen smeerolie, foamringen en stofdichtingen vervangen.

Na 200 uur gebruik kun je een volledig onderhoud doen van je vork, waarbij je alle dichtingen, de smeerolie en de olie in het dempingspatroon vervangt.

Net als de voorvork zorgt de demper voor een zekere mate van comfort en absolute veiligheid op technische ondergronden. We raden je dus aan om je demper regelmatig een onderhoudsbeurt te geven.

Er zijn verschillende onderhoudsbeurten nodig om de levensduur van je demper maximaal te verlengen:

Na elke rit dien je het vuil van de binnenpoot en de stofwerende dichtingen te halen. Op die manier beperk je de kans dat er vuil in het binnenste van de schokdemper dringt.

De twee volgende onderhoudsbeurten zijn complexer omdat je er de demper voor moet demonteren. Weet je niet zeker of je dit kan of heb je niet het juiste materiaal, dan kun je je MTB naar een van onze DECATHLON-ateliers brengen en dan doen onze technici het onderhoud voor jou. Als je het zelf wilt doen, vind je aanwijzingen in de handleiding van je demper, onderaan de pagina in het gedeelte HANDLEIDINGEN.

Na 50 uur gebruik vervang je de dichtingen van het luchtreservoir.

Na 100 uur gebruik geef je de achterdemper een complete onderhoudsbeurt, dat betekent vervangen van alle dichtingen, van de smeerolie en van de olie in het dempingspatroon.

Maak na elke rit je zadelpen schoon met een schone doek. 
Doe dit niet met overvloedig veel water of met een hogedrukreiniger, hierdoor zou hij beschadigd kunnen raken. 
Gewoon afvegen met een licht vochtige doek volstaat. 

Met een versleten ketting kun je niet meer goed schakelen en verslijten je cassette en kettingblad sneller.

Je kan de slijtage van je ketting controleren met een kettingslijtagemeter. Hiervoor steek je gewoon het haakje van de meter tussen twee kettingschakels en laat je de andere kant op je ketting vallen. Als de meter volledig tussen twee schakels valt, is je ketting versleten en moet je hem dringend vervangen om beschadiging van je cassette en kettingblad te voorkomen.

We raden aan om je ketting te vervangen vanaf 50% slijtage. Bij meer dan 75% slijtage moet je de ketting, de cassette EN het kettingblad vervangen. Daarom is het beter om regelmatig je ketting te vervangen, zo vermijd je dat je gehele transmissie voortijdig verslijt.

Om een lekke band te herstellen, heb je het volgende materiaal nodig: een pomp, een teil met water, een doek en een binnenbandset.

Pomp de binnenband een beetje op. Om het lek te vinden kun je de binnenband door het water halen of voor je lippen houden, zodat je voelt waar de lucht ontsnapt en zo het gaatje vindt.

Zodra je het gaatje gevonden hebt, droog je de binnenband af met een doek en kun je hem met het schuurpapier uit de set opschuren. Op die manier maak je de binnenband klaar om te lijmen en hecht de lijm optimaal.

Breng royaal lijm aan rond het gaatje en wacht 3 tot 5 minuten.

Plak dan de bandenplakker op het gaatje en houd enkele minuten goed op zijn plaats.

Nu kun je je binnenband opnieuw in je band stoppen!

Om een TUBELESS band te repareren, volg je de volgende stappen: 

1/ Haal het vreemde object uit de band.
2/ Reinig het gat met een vijl waarop je een laagje lijm hebt aangebracht.
3/ Plaats de wiek in de naald. Forceer gerust, zo verzeker je de luchtdichtheid!
4/ Bedek de wiek en de naald met lijm.
5/ Duw de helft van de wiek in het gat.
6/ Verwijder de wiek voorzichtig uit de naald.
7/ Snijd de wiek af op 3 mm van het karkas van de band.

Dit kun je doen voor kleine scheurtjes tot 6 mm. Als het lek groter is, kun je de band beter vervangen. 

Door het rijden en het nemen van hindernissen kan de spanning van je spaken veranderen en een slag in je wiel veroorzaken.

Tijdens de eerste ritten met je nieuwe fiets zijn er altijd verschillende onderdelen die bewegen en zich nog moeten zetten. Dat is ook zo voor de spaken in je wielen, die je misschien hoort "kraken". Dat geluid wordt veroorzaakt door de resterende torsie van de assemblage. Het is meestal niet nodig om het wiel te richten. Is dat toch het geval? Geen probleem! Je kunt tijdens de eerste 6 maanden na je aankoop je fiets gratis laten nakijken in een van onze DECATHLON-ateliers om die lichte afwijking bij te stellen.

Wil je zelf je wiel richten, dan heb je minstens een spaaksleutel nodig en eventueel ook een centreervoet en een centreerboog.

Plaats je fiets op een reparatiestandaard of zet hem ondersteboven, op zijn zadel. Demonteer je wiel en haal de band en binnenband eraf. Monteer het wiel nu zonder band weer op je fiets (of op de centreervoet) en ga ervoor staan. Laat het wiel draaien en controleer of het recht draait ten opzichte van het frame van je fiets. Als je wiel op en neer gaat ten opzichte van de verticale as, zeggen we dat er een "sprong" in zit; als je wiel lijkt te slingeren op de horizontale as, dan zit er een "slag" in.

Om dit te corrigeren, volstaat het om de spaken ter hoogte van de slag of sprong wat vaster of losser te draaien. Je kunt ook een beroep doen op een van onze DECATHLON-ateliers om je wielen te richten.

Als je moeite hebt met schakelen en je shifter niet goed reageert, zitten mogelijk de kabel en kabelmantels vast.

Je zal ze moeten vervangen wil je opnieuw goed kunnen schakelen. Hiervoor kun je terecht bij een van onze DECATHLON-ateliers of je kan het zelf doen met behulp van dit filmpje. 

OPMERKING: Als je regelmatig bij regenweer of in modderige omstandigheden fietst, of als je je mountainbike regelmatig met veel water afspoelt, zal je de kabels en kabelmantels vaker moeten vervangen. Reinig je mountainbike absoluut nooit met een hogedrukreiniger, want op die manier spuit je het vuil de kabelmantels in.

Als je telescopische zadelpen niet meer werkt of als je merkt dat de hendel "sponzig" aanvoelt, zit mogelijk de kabel vast. Dit filmpje helpt je bij het vervangen van de kabel en kabelmantel.

OPMERKING: De kabeldoorvoer in het filmpje is iets anders bij je AM MTB FIFTY S, de kabel loopt aan de buitenkant onder de diagonale buis en gaat net boven de trapas de zadelbuis in.

Een scheefgetrokken derailleurpad kan de uitlijning van je derailleur ontregelen, waardoor deze zijn functie niet meer correct kan vervullen.

Ga achter je fiets staan en bekijk de uitlijning van je derailleur.
Als het derailleurpad vervormd of stuk is, ga dan naar een DECATHLON-atelier om het te laten vervangen of vervang het zelf met behulp van dit SRAM TECH filmpje.

OPMERKING: Het filmpje gaat over een universeel derailleurpad, de procedure is dezelfde voor een derailleurpad van een XC/AM ROCKRIDER

Is je ketting gebroken? Repareer hem zelf met behulp van dit filmpje of loop langs in een van onze DECATHLON-ateliers om het door onze technici te laten doen.

Als je het zelf wil doen, heb je het volgende nodig: een kettingpons of missinglink tang, een nieuwe ketting en een 12-speed snelsluiting.

Plaats de ketting op het laatste tandwiel. Verwijder met de missinglink tang of kettingpons de snelsluiting en haal de oude ketting van de transmissie. Leg de nieuwe ketting op het laatste tandwiel en het kleinste blad zodat je gemakkelijker de optimale lengte kan bepalen. De ketting moet rakelings voor het grootste kransje van het bovenste derailleurwieltje lopen. Zodra je de lengte hebt bepaald, knip je de ketting op de juiste lengte af met de kettingpons.

Maak tot slot de snelsluiting vast aan de ketting, met de gebogen kant naar de buitenkant van de ketting. Laat het wiel een slag ronddraaien zodat de snelsluiting nu bovenaan komt te liggen, druk er met je hand op om te controleren of hij goed zit.

Zorg ervoor dat je altijd een snelsluiting bij je hebt als je gaat mountainbiken. Als je ketting dan breekt, kan je die gemakkelijk ter plaatse repareren.

OPMERKING: Op een 12-speed cassette is de snelsluiting licht gebogen zodat de ketting gemakkelijker door de transmissie gaat. Opgelet: een snelsluiting voor 11-speed of lager zal vast komen te zitten in een dergelijke transmissie.

Om de slijtage van je cassette te controleren, kun je gewoon naar de staat van je tandwielen kijken. Hebben ze puntige, scherpe tanden, dan is je cassette aan vervanging toe. Weet dat een versleten ketting zorgt voor vroegtijdige slijtage van je cassette, vergeet dus niet om regelmatig de staat van je ketting te controleren.

Je kunt je cassette in een DECATHLON-atelier laten vervangen of je kan het zelf doen.

Hiervoor heb je een compatibele cassette-afnemer en een kettingzweep nodig. Demonteer je achterwiel en plaats je kettingzweep op een vrij groot tandwiel om de cassette tegen te houden. Plaats vervolgens de cassette-afnemer in het midden van de cassette en schroef ze los met een sleutel, terwijl je met de kettingzweep voorkomt dat ze ronddraait. Je hebt je cassette nu losgemaakt van het wiel en kunt ze gemakkelijk afhalen, per blok of per tandwiel.

Voordat je de nieuwe cassette plaatst, moet je de freewheelbody goed schoonmaken. Je kunt ook de tandjes licht invetten om het demonteren in de toekomst te vergemakkelijken. Plaats de nieuwe cassette op je freewheelbody en draai het geheel vast. Het heeft geen zin om overmatig aan te draaien, als je een momentsleutel hebt, kan je die instellen op 40 N.m.

OPMERKING: Let er altijd op dat de onderdelen van je transmissie met elkaar compatibel zijn: cassettebody, merk, reeks en aantal versnellingen. 
SRAM biedt de EAGLE-technologie die je transmissie compatibel maakt met alle SRAM EAGLE onderdelen ongeacht de reeks. Opgelet echter, afhankelijk van het formaat en de vertanding van de nieuwe cassette of het nieuwe kettingblad kan het nodig zijn om je ketting te vervangen of korter te maken.