ENERGY RUN

1. Controleer of het elektriciteitssnoer in het stopcontact zit, en controleer of het stopcontact werkt, bijvoorbeeld door er een lamp op aan te sluiten.

2. Controleer of het andere uiteinde van het elektriciteitssnoer is aangesloten aan de loopband.

3. Controleer of de hoofdschakelaar aan het elektriciteitssnoer op positie I staat.

4. Controleer of de beveiligingssleutel goed in de console zit.  

De loopband is niet genoeg aangespannen

=> Kies "Aanspannen van de loopband"

 

 

 

 

Zorg er eerst voor dat de loopband in het stopcontact zit.

1. Plaats de "VEILIGHEIDSSLEUTEL" terwijl je de STOP-knop ingedrukt houdt

2. Rechtsonderaan staat de gebruikte eenheid:      E=MIJL   RN=km/u

3. Druk op "+" om van eenheid te veranderen

4. Trek de "VEILIGHEIDSSLEUTEL" uit om de wijzigingen te bewaren  

De schroeven zijn losgekomen

=> Maak alle schroeven van de stijl goed vast

De loopband ligt niet meer in het midden

=> Kies "Centreren van de loopband"

De loopband is niet gesmeerd

=> Kies Smeren van de loopband

*Indien de loopband de tijd niet heeft gekregen om de kanteling te kalibreren:

=> Zet de loopband uit en weer aan, en steek de veiligheidssleutel in

=> Laat de kalibratiecyclus draaien. De loopband zal nu kantelen tot de maximale hellingsgraad en vervolgens weer helemaal tot zijn nulpunt dalen. Dat kan enkele minuten duren

 

*Om het kalibreren van de loopband te forceren:

1. Druk gelijktijdig op "STOP" en "SPEED+"    

2. Steek de veiligheidssleutel in en houd de knoppen ingedrukt     

3. Druk 1 keer op "STOP" en de info verschijnt op het scherm

4. Druk op "INCLIN+" en het kalibreren begint    

1. Kijk de kleurindicatoren aan de achterkant van de loopband na. ls er rood te zien, moet de band opnieuw worden gecentreerd. Hierdoor kan de loopband beschermd worden en wordt onverwacht stilvallen van de band voorkomen.

2. Laat de loopband draaien met een snelheid van 4 km/h (2.5 mi/h) en ga achter het toestel staan.

3. De band is naar links verschoven: Draai de instelschroef links een halve slag met de wijzers van de klok mee.

4. De band is naar rechts verschoven: Draai de instelschroef rechts een halve slag met de wijzers van de klok mee.

5. Laat de loopband draaien tot de band op zijn plaats zit (1 à 2 minuten) en herhaal de procedure indien nodig. Let er wel op dat u de band niet te strak opspant.

De loopband is een onderdeel dat aan slijtage onderhevig is, en deze wordt na verloop van tijd losser. Zodra de band begint te glijden (gevoel van uitglijden, schokken en schommelingen in de snelheid), dient u deze opnieuw op te spannen.

1&2. Draai de 2 instellingsschroeven een halve slag met de wijzers van de klok mee.

3. Herhaal de procedure indien nodig, maar zorg ervoor dat u de band niet te strak opspant.

Het is noodzakelijk om de loopband te smeren om wrijving van de band tegen de plaat te voorkomen. Smeren is niet nodig als er sporen van siliconen aanwezig zijn aan de binnenzijde van de loopband (vochtig en licht vet oppervlak).

 

Als de band en de plaat droog zijn:

 

1. Zet de loopband uit en trek de stekker uit het stopcontact.

2. Til de randen van de loopband op en breng siliconen aan op de binnenzijde.*

3. Steek de stekker weer in het stopcontact.

4. Laat de band onbelast draaien met een snelheid van 4 km/h (2.5 mi/h) gedurende 10 à 20 seconden.

5. De loopband is nu klaar voor gebruik!

* Voor één smeerbeurt is een dosis siliconen tussen 5 en 10 ml nodig.

Let op, als er te veel siliconen worden gebruikt, kan dit de werking van de loopband verstoren (risico dat de band gaat glijden).

Smeermiddelen kunt u kopen in uw DECATHLON-winkel of bestellen op www.domyos. com.