KINDERFIETS ELOPS 500 20 INCH

Op elke remhendel zit een stelschroef. Die dient om de spanning van de remkabel te regelen. Draai aan die schroef om de optimale spanning in te stellen (hoe harder de schroef is aangedraaid, hoe strakker de kabel).

De stelschroef bevindt zich achteraan op de derailleur. Hij dient om de derailleurkabel aan te spannen of losser te maken. Als de ketting weigert op een groter tandwiel te gaan, moet je de kabelspanning verhogen door de stelschroef losser te draaien. Als de ketting moeilijk naar een kleiner tandwiel gaat, staat de kabel te strak en draai je de stelschroef meer aan. Vaak hoef je niet meer dan een kwartslag te draaien.

De remkabelbuis is een element in roestvrij staal dat de remkabel verbindt met de remklauw van de V-brake. De hoek van die buis is zo gekozen dat hij de beste kabeldoorgang garandeert voor doeltreffend remmen. Je kunt dit onderdeel vervangen als het stuk is.

Een V-brake heeft twee remklauwen (een linker en een rechter). Die komen bovenaan in het midden samen. 

Je kunt de remkabelbuis loskoppelen zodat de remklauwen vrijkomen en je het wiel kan afhalen.

Het stuur is op de stuurpen gelast. De stuurpen draai je vast op de bovenkant, met één schroef. Om het stuur optimaal vast te draaien, draai je die schroef met een momentsleutel aan, met een koppel van minstens 22 Nm (newtonmeter).

Het is belangrijk om het zadel en het stuur op de juiste hoogte af te stellen. De markering met de minimale insteekdiepte van zadel- en stuurpen mag om veiligheidsredenen nooit zichtbaar zijn (zorg ervoor dat je nooit verder uittrekt dan die markering).  

Om de juiste zadelhoogte te bepalen, laat je je kind op het zadel zitten en duw je het pedaal naar de laagste positie, plaats de hiel van je kind op het pedaal: het zadel staat op de juiste hoogte als het been van je kind gestrekt is. Zorg er ook voor dat, als je kind op het zadel zit,  het met zijn tenen de grond kan raken. 

Zo test je of de remmen goed werken: houd de kinderfiets bij het stuur vast en loop ernaast. Knijp de rechter remhendel in voor de achterrem en de linker voor de voorrem. Het wiel dat je test moet stoppen. De remblokjes mogen niet over de zijkanten van de velgen schuren.

 

Als je merkt dat de remmen niet goed werken of het wiel schuurt, doe je het volgende: Er is een  stelschroef vóór de remhendel. Als je de schroef rechtsom draait, span je de rem aan (= harder remmen). Als je de schroef linksom draait, zet je de rem losser (= minder hard remmen, de remblokjes komen verder van de velg te staan). 

 

Het is belangrijk dat je geregeld controleert of de remmen nog goed afgesteld zijn.

De aanbevolen spanning staat op de zijkant van de band. We raden aan om de banden op te pompen tot de spanning die op de band staat. Die kan variëren volgens het type band. 

Om te kijken of de band voldoende opgepompt is, laat je je kind gewoon op de fiets zitten terwijl je de fiets vasthoudt. De spanning is correct als de band lichtjes wordt ingedrukt onder het gewicht van je kind. 

 

Heb je de kinderfiets online gekocht? Dat moet je het fietsmandje nog monteren. Geen paniek, hier leggen we uit hoe je dat doet: 

Met een "all-in-one" product kun je de kinderfiets in één keer reinigen, smeren en beschermen (product verkrijgbaar in de Decathlon-winkels). Dat maakt het onderhoud een stuk makkelijker.

Om de ketting te smeren, laat je hem met het pedaal zachtjes ronddraaien en spray je tegelijk "psssssjt" over de hele lengte van de ketting. 

Laat een paar minuten drogen. Als de ketting erg vies is, maak je hem over de hele lengte schoon met een borstel en/of doek en spray je daarna nog eens "all-in-one".

 

Ons advies: vermijd elk contact met de remblokken en het remoppervlak van de velg.

 

Draag zorg voor de fiets: door de ketting regelmatig in te spuiten voorkom je roestvorming.

Als je merkt dat de kinderfiets vuil geworden is van het veelvuldig rijden door modder, regen en stof, aarzel dan niet om hem even een wasbeurt te geven.


Als er stof op zit, kun je eenvoudigweg een droge doek gebruiken om de fiets schoon te maken. Voor modder en ander hardnekkiger vuil pak je een emmer warm water en een spons (of natte doek) en gebruik je zeep of fietsshampoo. Zo kun je de vuile delen van de fiets te lijf gaan (frame, vork, stuur, wielen).

WIST JE DAT?   
We raden sterk af om de kinderfiets te reinigen met een hogedrukreiniger: bepaalde onderdelen (balhoofdstel, trapas, ...) zouden beschadigd kunnen raken zodat de veiligheid van je kind in het gedrang komt.

Als je klaar bent met wassen, hoef je alleen nog de fiets te drogen met een doek zodat hij niet gaat roesten.

Vergeet tot slot niet de bewegende delen van de fiets opnieuw te smeren (ketting, balhoofdstel, trapas).

De remblokken voor V-brakes zijn apart verkrijgbaar.

In het filmpje wordt stap voor stap uitgelegd hoe je ze vervangt. 

Het is heel belangrijk om voor elke rit even de banden na te kijken. 

Bij een platte band moet je controleren of er geen lek in zit. Pomp eerst de platte band maximaal op.

Als hij snel leegloopt moet je het wiel afhalen en daarna de band afhalen om de binnenband te plakken of te vervangen. 

Als de band langzaam leegloopt moet je controleren of er geen scherp voorwerp of stuk glas in zit. Haal het voorwerp of glas voorzichtig uit de band, haal daarna het wiel en de band af om de binnenband te plakken of te vervangen. 

 

Als de banden van de fiets niet plat staan, raden we aan om toch even de bandenspanning te controleren (zie rubriek hieronder). 

 

WIST JE DAT? Hoe lang rubberen banden meegaan, hangt ook af van hoe de fiets wordt gebruikt en opgeborgen. Als je kleine scheurtjes ziet bij de controle raden we aan om de banden te vervangen door nieuwe. 

We raden aan om de fiets op te bergen op een droge plek. Het is belangrijk dat hij niet nat kan worden.

De levensduur van de kinderfiets hangt af van het gebruik, het onderhoud en de manier van opbergen.

Hoe vochtiger en zouter de omstandigheden (zeelucht), hoe meer de kinderfiets onderhevig is aan corrosie en hoe beperkter de levensduur.  

Het is dus belangrijk om hem schoon op te bergen, op een droge plek. 

 

WIST JE DAT? Het wordt afgeraden om fietsen met een telescopische voorvork aan het voorwiel op te hangen. Hang de fiets op bij het achterwiel om de voorvork te ontzien. 

Als je een lekke band krijgt, moet je zo snel mogelijk stoppen, op een veilige plaats, om te vermijden dat je je velg beschadigt. 

Zet je fiets op zijn kop, op het zadel en stuur.

Maak de rem los zodat je het wiel kan afhalen. Hiervoor knijp je bovenaan in de remklauw van de V-brake en maak je de remkabelbuis los. 

Gaat het om het voorwiel dan kan je gewoon het wiel van de vork af halen en daarna de binnenband vervangen (zie filmpje met uitleg).

Voor het achterwiel zet je de derailleur op het kleinste tandwiel. Draai het wiel los en vervang de binnenband (zie filmpje met uitleg). 

 

In noodgevallen kun je ook altijd een pechspray gebruiken waarmee je een lekke binnenband herstelt zonder gereedschap (niet geschikt voor gescheurde binnenbanden). 

Als je niet goed kunt schakelen met je MTB, ligt dat aan je achterderailleur die de kettting niet goed over de tandwielen leidt. 

 

Controleer de kabel en de buitenkabel:

Als de uiteindes van de buitenkabel niet goed zijn ingestoken, kan dat de trekkracht van de derailleurkabel hinderen en het schakelen ontregelen. Als een uiteinde verkeerd zit, steek het dan met de hand terug op zijn plaats.

Als de derailleur niet beweegt, zelfs niet nadat je aan de draaigreep voor de versnellingen hebt gedraaid, dan zijn de kabel en buitenkabel waarschijnlijk geblokkeerd. In dat geval moet je de kabel en buitenkabel vervangen.

 

Het is mogelijk dat de derailleurpad verbogen is, vooral als hij een schok gekregen heeft. Het is dan onmogelijk om te schakelen en we raden je aan om naar de dichtstbijzijnde Decathlon-winkel te gaan om de pad weer recht te laten zetten. 

 

Het kan ook zijn dat de derailleur ontregeld is. Zet de fiets op zijn kop, op zadel en stuur, zodat de pedalen vrij kunnen ronddraaien (of beter nog, zet de fiets op een montagestandaard). Bedien de derailleurhendel om de ketting op het kleinste tandwiel te zetten. De stelschroef bevindt zich op de achterkant van de derailleur. Met die schroef span je de derailleurkabel aan (de derailleur omhoog zetten) of maak je de kabel losser (derailleur laten zakken). Regel de stelschroef tot je weer correct kan schakelen. 

Als de remhendel te los zit en te makkelijk het stuur raakt, regel je de spanning van de remkabel met de stelschroef op de remhendel zoals wordt getoond in het filmpje hieronder.

 

Draai de stelschroef en borgmoer losser tot de remkabel op de juiste spanning staat en de remhendel weer weerstand geeft maar je hem wel nog kunt inknijpen.

Eens je de gewenste spanning hebt, draai je de borgmoer stevig tot tegen de remhendel om die spanning te behouden.