Wanneer je voor de eerste keer op je fiets gaat rijden, zijn de remblokjes en -schijven nog nieuw. Ze hebben dan nog niet hun optimale rendement. Wanneer je hard en aanhoudend remt (bijvoorbeeld in een afdaling), kunnen de remblokjes oververhit geraken en "verglazen". We raden je dan ook aan om je remblokjes in te remmen zodat je je remmen probleemloos kunt blijven gebruiken. Tien rembeurten voor elke rem zijn voldoende om je remmen in te remmen. Onder remmen verstaan we een sterke snelheidsvermindering van 25 naar 5 km/u, zonder dat je het wiel blokkeert en door slechts één rem per keer te gebruiken.

Om het risico op een lekke band of beknelling van je binnenbanden te beperken, kan je de wielen van deze MTB omvormen tot TUBELESS-wielen.

Daar heb je het volgende voor nodig:

-Antilekvloeistof:

DECATHLON: ANTILEKVLOEISTOF VOOR TUBELESS READY-BANDEN EN -VELGEN (8550735)

 

INSTRUCTIES:1. Demonteer het wiel 2. Verwijder de buiten- en binnenband van de velg 3. Bevestig het velglint 4. Plaats een TUBELESS Schraderventiel langs de binnenkant, via het gaatje in de velg 5. Breng de antilekvloeistof aan 6. Monteer je nieuwe TUBELESS-band 7. Pomp de band stevig op, zodat hij goed tegen de velg zit

Lijkt dit je wat te moeilijk, ga dan gerust naar je dichtstbijzijnde DECATHLON-atelier om het klusje te laten uitvoeren.

Om je ROCKSHOX-vork nauwkeurig af te stellen, volg je de onderstaande link

Tijdens de eerste ritten met je nieuwe fiets zijn er verschillende onderdelen die bewegen en zich nog moeten 'zetten'. Dat is ook het geval voor de spaken van je wielen die je hoort 'kraken'. Dat geluid wordt veroorzaakt door de residuele torsie tijdens de montage. Je fiets heeft dubbelwandige velgen (aan de binnenkant van de wielen) die steviger zijn. Normaal gesproken hoeven je wielen dus niet te worden uitgelijnd.Is dat toch het geval? Ga dan naar een van onze DECATHLON-ateliers om die lichte slag gratis te laten herstellen:

1- In het kader van het gratis onderhoud binnen de eerste zes maanden na je aankoop.

2- In het kader van onze schadeverzekering van € 1 (2 jaar geldig), als je die hebt afgesloten.

Jammer genoeg overkomt het ons allemaal wel eens.

De ondergrond (naalden, doorns, glas, spijkers, ...)

of het gebruik van de fiets (puntige obstakels zoals stenen, traptreden, stoepranden, putten in de weg, ...) zijn het vaakst de oorzaak van perforatielekken (kleine gaatjes) of snakebites (kleine scheurtjes vlak bij elkaar). Als je echter vaak een lekke band hebt, dan kunnen dit de oorzaken zijn:

- Slechte assemblage van het wiel in onze fabrieken, waardoor een van de spaakkoppen de binnenband doorboort.

- Een ongeschikte (poreuze) buiten- of binnenband.

- Een eerder lek dat slecht is gerepareerd, of een doorn, stukje glas, stukje metaal, ... dat in de velg of buitenband is achtergebleven. Het is dus belangrijk dat je het lek eerst goed onderzoekt en alle vreemde deeltjes verwijdert voor je je band repareert. Weet je niet hoe je een band kunt (de)monteren of hoe je een binnenband moet herstellen of vervangen?

1- Het eenvoudigste is van je wiel afblijven en het tijdelijk herstellen met een pechspray:

Draai het uiteinde van het buisje op het ventiel van de lekke band (met het ventiel omlaag) en druk het buisje zonder los te laten op het ventiel, om het schuim erin te spuiten. De buitenband krijgt zijn vorm en hardheid terug, zodat je veilig naar huis kunt rijden.

2- Wil je je binnenband gewoon zelf repareren, bekijk dan de onderstaande instructiefilmpjes.

Je kan verschillende stappen uitvoeren om je voorvork soepeler te maken:

1- Doe regelmatig een basisonderhoud: je kan je vork regelmatig onderhouden met wat olie. Breng enkele druppels olie aan op de binnenpoten en beweeg je voorvork zodat de olie in de buitenpoten loopt. 2- Laat een volledig onderhoud uitvoeren in ons atelier.

Er zijn verschillende redenen die kunnen verklaren waarom je achteraan (tandwielen) moeilijk schakelt.1- Controleer de positie van de kabelhulzen.Slecht gepositioneerde kabelhulzen kunnen het trekken van de derailleurkabel belemmeren en het schakelen tussen de versnellingen achteraan (tandwielen) verstoren. Een slecht gepositioneerde kabelhuls kan je met de hand opnieuw op zijn plaats zetten.2- Het is mogelijk dat de kabel en de buitenkabels vastzittenAls het schakelen naar de kleinste versnellingen (tandwielen) niet meer lukt, en de derailleur niet beweegt als je de shifter gebruikt, dan zitten de kabel en de buitenkabel waarschijnlijk vast. De kabel en de buitenkabels moeten dan vervangen worden.3- Breng je fiets naar een DECATHLON-atelier om de derailleur opnieuw af te stellen

4- Om je Sram-derailleur perfect af te stellen, kun je het best de CHAINGAP-TOOL VAN SRAM gebruiken. Met deze onmisbare tool kan je de afstand tussen het bovenste derailleurwieltje en de cassette aanpassen.

5/ Controleer ook of de derailleurpad niet verbogen is. In dat geval bekijk je de rubriek " MIJN DERAILLEURPAD IS STUK"  

Opmerking: Als je regelmatig in natte en modderige omstandigheden gaat rijden of als je je mountainbike regelmatig met veel water reinigt, zul je je kabels en kabelmantels vaker moeten vervangen. We raden ten zeerste af om je fiets te reinigen met een hogedrukspuit, omdat je het vuil op die manier in de kabelmantels spuit.

Geeft je remhendel minder weerstand en/of raakt deze je stuur voor je echt remt? Dan is het hoog tijd om je remsysteem te ontluchten. Loop binnen in een van onze DECATHLON-ateliers om je door een van onze vakmensen te laten helpen.

Een verbogen pad veroorzaakt een verkeerde uitlijning van de derailleur, waardoor deze niet meer correct werkt.

Neem plaats achter je fiets en bekijk de uitlijning van de derailleur.Als de pad verbogen of gebroken is, ga dan naar een Decathlon-atelier om de derailleurpad te vervangen of vervang deze zelf met behulp van dit instructiefilmpje.

Heb je een gebroken ketting? Dan zijn er twee oplossingen:

1- Voer de reparatie zelf uit met behulp van dit instructiefilmpje; je hebt dan wel een kettingpons en een snelspanner nodig. 

2- Ga naar een van de Decathlon-ateliers om de reparatie te laten uitvoeren door onze technici.

Om je fiets goed te reinigen, heb je een fietsreiniger, een spons en een borstel nodig.

Spoel je fiets eerst af met water.

Gebruik vervolgens een spons en een borstel om het reinigingsproduct efficiënt aan te brengen.

Vergeet niet om het product eerst te laten inwerken voordat je je fiets afspoelt.

Ga niet te dichtbij staan zodat je de mechanische elementen niet beschadigt.

Droog je fiets vervolgens af met een droge, schone en zachte doek.

Om je transmissie te reinigen en smeren heb je een ontvettingsspray, een aangepaste borstel en een smeermiddel nodig.

Bescherm eerst je schijf met een schone doek zodat er geen vet op kan komen.

Breng vervolgens de ontvettingsspray op de transmissie aan en wrijf met de borstel over de cassette, de ketting en de derailleurwieltjes.

Laat enkele minuten inwerken en ga vervolgens niet te dichtbij staan om je fiets af te spoelen.

Laat de transmissie even drogen voordat je begint te smeren.

Schud de bus met het smeermiddel en smeer je ketting aan de binnenkant voor de beste resultaten.

Is je derailleurkabel vuil, verroest, beschadigd of kan je moeilijk schakelen? 

Dan moet je derailleurkabel vervangen worden! Om dat te doen, heb je een tang nodig, een schroevendraaier, een kniptang, een inbussleutel en een nieuwe set kabels en derailleurbuitenkabels.

Eerst moet je de kabel uit de buitenkabel trekken. Verwijder het kapje van de shifter en plaats het pijltje op de laatste versnelling, knip vervolgens de kabel door zodat je de hele kabel en vervolgens de buitenkabel kan verwijderen.

Bepaal vervolgens de lengte van de buitenkabel door deze op je MTB te plaatsen, knip hem af en plaats de kapjes op de uiteinden. Nu kan je de buitenkabel installeren.

Bevestig de kabel op je shifter en leid hem door de buitenkabel. Als dit gebeurd is, kan je het kapje weer op de shifter plaatsen en de kabel aan de derailleur bevestigen. Om de transmissie af te stellen, moet je de kabel aanspannen als je ketting moeilijk omhoog gaat en de kabel losser maken als deze moeilijker naar beneden gaat.

Als je klaar bent, knip je de kabel af en bevestig je met een tang de kabelstopper op het uiteinde.

Een wiel demonteren en monteren als je fiets uitgerust is met een snelspanner en een derailleurkooi is een vrij specifieke handeling.

Leg eerst de ketting op het laatste tandwiel, en ontgrendel daarna de derailleurkooi.

Om het wiel uit te nemen, open je gewoon de snelspanner zonder deze te ontregelen.

Om het wiel opnieuw te monteren leg je de ketting op het laatste tandwiel en sluit je de snelspanner. Daarna vergrendel je de derailleurkooi opnieuw om te voorkomen dat de ketting verspringt!

Om een lekke band te herstellen, heb je het volgende materiaal nodig: een pomp, een teil met water, een doek en een binnenbandset.

Pomp de binnenband een beetje op. Leg hem in een bak met water om het gaatje te vinden.

Als je het gaatje gevonden hebt, droog je de binnenband af met een doek. Wrijf met het schuurpapiertje zachtjes over de binnenband.

Hierdoor maak je de band klaar om de patch aan te brengen en zorg je ervoor dat de lijm goed blijft zitten.

Smeer een vrij grote hoeveelheid lijm rond het gaatje en wacht 3 tot 5 minuten.

Bevestig de patch op het gaatje en druk enkele minuten aan.

Nu hoef je je binnenband alleen nog maar in je buitenband te plaatsen! 

 

Om deze ingreep uit te voeren, heb je het volgende materiaal nodig: remblokken, een platte schroevendraaier en een inbussleutel van 3 mm.

Haal allereerst het wiel uit het frame. Gebruik vervolgens een grote schroevendraaier om de remblokken te spreiden en de houders in hun originele positie te brengen.

Verwijder de pin die de remblokken bij elkaar houdt en haal de blokken uit de houders. Maak de nieuwe remblokken klaar door de veer ertussen te plaatsen.

Bevestig de nieuwe remblokken in de remhoef en steek de pin erdoor.

Maak het wiel opnieuw vast en kijk of de remblokjes niet tegen de schijf schuren door even met het wiel te draaien.

Om dit te doen heb je een inbussleutel van 5 mm nodig.

Schroef de remhoef los, draai aan het wiel en duw de remgreep in. Houd de remhendel ingedrukt voordat je de remhoef opnieuw vastschroeft. 

Kijk vervolgens of de schijf en de remblokjes nog tegen elkaar komen. 

Voor deze vervanging heb je een geschikte derailleurpad nodig (ga hiervoor naar de rubriek "ONDERDELEN") en een inbussleutel van 5 mm.

Demonteer het fietswiel en de beschadigde derailleurpad met aangepast gereedschap.

Positioneer de nieuwe pad op het frame. 

Verwijder het deel van de oude pad op de derailleur voordat je het nieuwe monteert met de inbussleutel van 5 mm.

Nu moet je alleen nog je derailleur op je nieuwe derailleurpad bevestigen en je versnellingen controleren.

Om de ketting te vervangen, heb je het volgende nodig: een kettingpons, een nieuwe ketting en een snelspanner.

Leg de ketting op het laatste tandwiel en op het kleinste blad. 

Maak eerst de snelspanner los met een tang voor snelspanners en verwijder vervolgens de oude ketting uit de transmissie.

Leg de nieuwe ketting op het laatste tandwiel en het kleinste blad zodat je de juiste lengte eenvoudig kunt bepalen.

Span de ketting strak aan langs de bovenste leirol van het bovenste derailleurwieltje.

Gebruik de kettingpons om de ketting op de juiste lengte af te knippen.

Bevestig de snelspanner en laat de ketting met de pedalen ronddraaien tot de snelspanner bovenaan ligt. Duw met je hand om ervoor te zorgen dat de ketting in de juiste positie ligt.