Racefiets voor kinderen Triban 100 26 inch

Op de remhendel van elke rem zitten twee afstelwieltjes. Met die wieltjes kan je de spanning van de remkabel regelen. Zorg voor de juiste spanning door aan het wieltje te draaien (hoe strakker het wieltje is aangedraaid, hoe strakker de kabel).

Met de remhuls van roestvrij staal kun je de remkabel in de beugel van de V-brake geleiden. 

De hoek van deze remhuls is gekozen om de best mogelijke kabeldoorgang te garanderen voor effectief remmen. 

Als dit onderdeel na verloop van tijd slijt, kun je het vervangen.

Dankzij de Microshift M665-achterderailleur met""Clutch""-systeem blijft je derailleur in goede staat en vermijd je dat de ketting eraf loopt.

De twee schroeven worden gebruikt om de stuurpen vast te zetten op de stuurbuis van de vork van de fiets.

Gebruik een inbussleutel maat 5 om ze vast of los te draaien.

Het is belangrijk om de hoogte van de zadelbuis en het stuur aan te passen aan de lichaamsbouw van het kind. De minimale insteekmarkering voor de zadel- en stuurbuis mag om veiligheidsredenen nooit zichtbaar zijn (zorg ervoor dat je deze minimale insteekmarkering niet overschrijdt).  

Om de juiste zadelhoogte te bepalen, zet je het kind op het zadel, zet je de crank in de laagste verticale stand en plaats je de hiel op het pedaal: de zadelhoogte is correct wanneer het been van het kind gestrekt is. Controleerof het kind met de tenen bij de grond kan als het op het zadel zit.

De zadelhoogte afstellen in 4 stappen:
1. Laat je kind op het zadel zitten, met een hak op een pedaal (in lage positie) en de andere voet op de grond.
2. Maak de quick release (snelspanner) van de zadelklem los
3. Zet het zadel hoger of lager, totdat het been gestrekt is in de lage positie. De tenen moeten in contact blijven met de grond.
4. Maak de quick release (snelspanner) weer vast. Zit die niet strak genoeg, draai hem dan een keer met de klok mee voordat je hem dichtklapt.

De aanbevolen druk staat telkens op de zijkant van elke fietsband. We raden aan om de banden op te pompen tot de spanning die staat aangegeven op de zijkant. Dit kan verschillen per type band. 

Bandenspanning is vooral belangrijk op een racefiets. De grip van de band staat onder zware druk, vooral in bochten.

 

Loop met de fiets aan de hand om de doeltreffendheid van de remmen te testen. Duw de rechterhendel in om de achterrem te activeren of de linkerhendel om de voorrem te activeren. Het wiel dat je wil testen moet blijven stilstaan. Remblokken mogen niet over de band schuren (het mag alleen contact maken met en parallel zijn aan de velg) .

Werken de remmen niet voldoende of schuurt het wiel? Dan kun je het volgende doen:

- Er zit een draaiwieltje voor de remhendel.
- Als je het wieltje met de klok mee draait, dan span je de rem aan (= harder remmen).
- Als je het wieltje tegen de klok in draait, dan maak je de rem losser (= zachter remmen; de remblokken staan verder van de velg).

De remmen worden zwaar op de proef gesteld tijdens het fietsen: controleer regelmatig of het nog goed is afgesteld.

Wil je meer weten over het onderhoud van de remmen? We vertellen je er alles over in ons advies 👇

Na aankoop van de 26 inch-racefiets krijg je een gratis veiligheidsonderhoud binnen 6 maanden na aankoop. Omdat regelmatig onderhoud nodig is om de goede werking en de levensduur van je fiets te verzekeren, vind je hier ons onderhoudsadvies door op de blauwe knop te klikken (hieronder).

Voor elke rit is het belangrijk om de bandenspanning te controleren.

Als de banden leeg zijn, controleer dan of het niet om een lek gaat.Pomp de banden daarvoor maximaal op.

Als de banden snel leeglopen, moet het wiel worden verwijderd en de band worden gedemonteerd om de binnenband te vervangen of te repareren. 

Als de banden langzaam leeglopen, controleer dan het oppervlak van de band op spijkers of stukjes glas. Vervolgens moet je het wiel en vervolgens de band demonteren om de binnenband te vervangen of te repareren, waarbij je erop moet letten dat je de spijker of het stuk glas uit de band haalt. 

 

Als de band niet leegloopt, raden we je aan om te controleren of de band de juiste spanning heeft (zie hierboven).

 

Wist je dat? Het rubber van je band heeft een levensduur die ook afhangt van de gebruiksomstandigheden en de plek waar de fiets wordt gestald. Als je barstjes ziet bij het nakijken, raden we je aan om de band te vervangen door een nieuwe.

We raden je aan om de fiets in een droge omgeving te bewaren. Het is belangrijk dat de fiets niet vochtig wordt.

De levensduur van de kinderfiets hangt af van het gebruik, het onderhoud en de opslag.

Hoe vochtiger en hoe zilter de omstandigheden (zeelucht), hoe meer kans op corrosie en een verkorte levensduur.  

Het is dus belangrijk om de fiets schoon en droog te bewaren, op een niet-vochtige plek. 

 

Wist je dat? Het wordtafgeraden om de fiets aan de voorband op te hangen aangezien de fietsen een geveerde voorvork hebben. Hang de fiets aan de achterband op voor een langere levensduur en om de voorvork niet te beschadigen. 

Als je merkt dat je remmen niet meer zo goed reageren als vroeger, is het misschien tijd om de remblokken te vervangen.

Net als bij auto's slijten schijfremblokken en moet dit worden vervangen. Om de slijtage te controleren, kijk je of het slijtmateriaal nog meer dan één millimeter dik is.

Stop bij een lekke band onmiddellijk op een veilige plek om te voorkomen dat je de velg beschadigt.

Zet de fiets op het zadel en het stuur.


Voor het voorwiel moet je het wiel van de vork halen en dan de binnenband vervangen (zie het filmpje met uitleg).

Voor het achterwiel zet je de derailleur op het kleinste tandwiel. Maak het wiel los en vervang de binnenband (zie het filmpje met uitleg).



Als laatste redmiddel kun je natuurlijk ook een anti-lekspray gebruiken, waarmee je lekke binnenbanden kunt repareren zonder gereedschap (niet geschikt voor gescheurde binnenbanden).

Als de versnellingen van de fiets niet goed werken, dan ligt dat aan een slechte geleiding van de achterderailleur op de tandwielen.

Controleer de kabel en de buitenkabel:

Als de kabeluiteinden niet goed zitten, kan het in de weg zitten van de derailleurkabel en het schakelen ontregelen. Zet indien nodig de kabeluiteinden met de hand op hun plaats.

Als de derailleur niet beweegt, zelfs niet nadat je aan de shifter voor de versnellingen hebt gedraaid, dan zitten de kabel en buitenkabel waarschijnlijk vast. In dat geval moet je de kabel en buitenkabel vervangen.


- Het is mogelijk dat de derailleurpad verbogen is, vooral als het een schok gekregen heeft. Het is dan onmogelijk om de versnellingen te gebruiken. We raden je dan ook aan om naar de dichtstbijzijnde Decathlon-winkel te gaan om de pad weer te laten rechtzetten.


Het kan ook zijn dat de derailleur ontregeld is. Draai in dat geval de fiets op het zadel en het stuur om de pedalen vrij te maken (of beter nog, zet hem op een montagestandaard). Gebruik de greep van de derailleur om de ketting op het kleinste tandwiel te zetten. Het afstelwieltje bevindt zich achter de derailleur. Daarmee kan je de kabel van de derailleur strakker maken (de derailleur omhoog laten gaan) of losser maken (hem omlaag laten gaan). Gebruik het afstelwieltje totdat de versnellingen weer correct lopen.

Als de remhendel te los zit, raakt het het stuur te gemakkelijk. 

We raden aan de remkabelspanning af te stellen met de knop op de remhendel.

Schroef het afstelwieltje en de contramoer losser totdat je een spanning op de kabel hebt die een stevige grip geeft, maar die niet té hard is.

Beter? Als je de gewenste spanning hebt gevonden, schroef de contramoer dan stevig tegen de remhendel om die spanning te behouden.