RIVERSIDE 100E

WAARSCHUWING: wees voorzichtig en bescherm de achterderailleur.

Controleer of je remmen goed werken. Als je het gevoel hebt dat ze niet krachtig genoeg zijn, probeer ze dan af te stellen met behulp van onze videotutorial.

Als je na het afstellen nog steeds problemen hebt met je remmen, kan het zijn dat de remblokken versleten zijn. Ga naar de rubriek "Onderhoud" en bekijk de video om te zien hoe je ze kunt vervangen.

Als je nog steeds problemen hebt, kom dan langs in een van onze werkplaatsen!

Als je je fiets net gekocht hebt, zijn de remblokjes en remschijven gloednieuw en daarom werken de remmen aanvankelijk nog niet optimaal.

Een krachtige, langdurige remactie (bijvoorbeeld tijdens een afdaling) met remmen die nog nooit zijn gebruikt, kan ervoor zorgen dat de remblokjes oververhit raken en "verglazen".

Om dit te voorkomen (waardoor ze onbruikbaar zouden kunnen worden), raden we je aan om ze in te remmen. Doe dit met ongeveer 10 remacties per rem. Gebruik voor elke remactie één rem om de fiets af te remmen van ongeveer 25 km/u tot 5 km/u zonder het wiel volledig te blokkeren. Herhaal dit met de andere rem.

De bandenspanning is iets wat je regelmatig moet controleren bij een elektrische fiets. De wielen dragen immers veel gewicht door de combinatie van de motor en de fiets.

Om de kans op een lekke band te verkleinen en ervoor te zorgen dat je fiets zijn maximale actieradius kan halen, raden we aan je banden op te pompen tot een spanning van 4 tot 5 bar.

Controleer of je verschillende kabelmantels niet beschadigd zijn en of ze goed op hun plaats zitten.

Als je een beschadigde kabelmantel hebt (bijvoorbeeld als je de metalen kabel ziet), vervang deze dan zo snel mogelijk.

Ga naar een werkplaats zodat onze technici je fiets kunnen repareren!

Je zadel op de juiste hoogte instellen is belangrijk om pijn door een ongemakkelijke houding tijdens het fietsen te voorkomen.

We raden aan een helm en handschoenen te dragen tijdens het fietsen. Want iedereen kan een val maken ... 

Zorg ervoor dat je accu goed vergrendeld is en dat deze genoeg opgeladen is voor je geplande fietstocht.

> Stal je fiets op een koele en beschutte plaats.

> Maak je fiets schoon voordat je hem stalt om modder of zand te verwijderen die corrosie kunnen veroorzaken.

> Smeer de ketting: spuit je hele fiets in met een "ALLES-IN-EEN"-product om hem te beschermen tegen roest

> Zet de derailleur op het kleinste tandwiel

> Laad de accu minstens één keer per 6 maanden op (hoe vaker, hoe beter)

PLAN JE EEN RUSTIG RITJE OF EEN LANGERE FIETSTOCHT MET JE RIVERSIDE-FIETS?

Dan hebben we enkele adviezen voor je:

1- VEILIGHEID

Draag een gecertificeerde helm die onlangs is aangeschaft; weet dat het hoofd bij één op de twee valpartijen wordt geraakt!
BELANGRIJK: Helmen hebben een beperkte effectieve levensduur, zelfs als ze geen klap hebben opgevangen! Informeer hiernaar bij je aankoop.
 - Vertrek met een fiets die goed is afgesteld en goed is onderhouden.
- Neem je (volledig opgeladen) telefoon mee om te kunnen bellen als je hulp nodig hebt.
- Stippel je route van tevoren uit, zodat je zoveel mogelijk fietspaden en autovrije wegen kunt nemen.
- Neem een EHBO-set mee (bijvoorbeeld in een zadeltasje)
- Als je in het donker gaat fietsen, zorg er dan voor dat je voor- en achterlicht gemonteerd is en werkt. 

2- COMFORT

- Als je net begint met fietsen: Start met ritten van een uur en verleng ze geleidelijk naarmate je ervaring opdoet.
- Draag kleding die geschikt is voor de duur van je rit, plus handschoenen.
- Probeer niet te hard op de pedalen te duwen. Schakel in plaats daarvan naar een kleinere versnelling zodat je gemakkelijker en sneller kunt trappen. Zo zul je verder en langer kunnen fietsen.
- Neem, afhankelijk van het weer, kleding mee om je te beschermen tegen kou of regen.
- Vergeet niet om na je rit wat stretchoefeningen te doen.
- DRINK VOLDOENDE!

3- NEEM ALTIJD EEN BANDENREPARATIESET MEE!

 - Een fietspomp. Sommige pompen passen op de bouten van de bidonhouder op het frame.
- 3 bandenlichters, een binnenband, een Riverside 100-moersleutel van 15 mm, die je in een zadeltas kunt stoppen. 
Leer zelf reparaties uit te voeren! Bekijk de volgende video.

 4- DRINK REGELMATIG

- Bevestig een bidonhouder aan je fiets zodat je tijdens het fietsen kunt drinken, of neem een bidon mee in een rugzak.
- Vergeet niet om regelmatig water te drinken (elke 20 minuten en minstens een halve liter per uur)! 

5- VERGEET NIET TE ETEN

- Neem energierepen mee (je kunt ze meenemen in een zadeltas of stuurtas)
- Wacht niet met eten tot je honger krijgt. Eet elk uur iets om je spieren energie te geven.

Het duurt 5,5 uur om de accu volledig op te laden (van 0% tot 100%). Het duurt echter maar 3 uur om de accu van 0% tot 80% op te laden.

Dit is een fiets met elektrische ondersteuning. Dat betekent dat je er ook zonder ondersteuning mee kunt rijden.

Het extra gewicht van het ondersteuningssysteem zal je echter wel merken.

Ja, de oplader en de accu kunnen de hele dag aangesloten blijven.

Als de accu volledig is opgeladen, stopt de lader met opladen. Je kunt zien wanneer de accu is opgeladen omdat het ledlampje dan uitgaat.

Nee. Lithium-ionbatterijen hebben geen geheugeneffect en kunnen dus op elk moment opgeladen worden.

We raden aan om je accu regelmatig op te laden zodat deze goed blijft werken.

Nee, de accu heeft geen dynamo. Sommige systemen laden je accu op terwijl je rijdt of remt, maar dit wekt niet veel stroom op.

Als je accu versleten is, breng je deze naar je plaatselijke Decathlon-winkel, die de accu naar een gespecialiseerd bedrijf stuurt.

De garantie op je accu is 2 jaar of 500 laadcycli (1 cyclus = 1 volledige lading + 1 volledige ontlading, of twee ladingen van 50% + twee ontladingen van 50%).

Je moet je accu op een koele (tussen 10°C en 25°C) en droge plaats bewaren, buiten direct zonlicht.

Berg de accu niet voor langere periodes op als deze leeg is of minder dan 10% lading heeft; dit kan leiden tot diepontlading en beschadiging van de accu.



Je moet de accu (zelfs als je deze niet gebruikt) ten minste eenmaal per drie maanden opladen om diepontlading en capaciteitsverlies van de accu te voorkomen.

Je kunt een nieuwe accu met een andere capaciteit kopen bij je plaatselijke Decathlon-werkplaats of via onze website.

Neem contact op met je dichtstbijzijnde werkplaats om de beschikbaarheid en besteltijden te controleren.

Je kunt je accu maximaal zes maanden opbergen zonder deze op te laden, en zonder dat de capaciteit van de accu afneemt. Als je de accu langer dan zes maanden opbergt, moet je deze eerst volledig opladen.

De actieradius van je elektrische fiets is afhankelijk van een aantal factoren:

> DE BELASTING VAN DE FIETS: de actieradius wordt kleiner als de fiets te zwaar beladen is.

> DE ROUTE: de actieradius wordt kleiner door beklimmingen.

> JE RIJGEDRAG: de actieradius hangt af van de kracht die je levert tijdens het trappen.

> DE BANDENSPANNING: de actieradius neemt toe als de banden zijn opgepompt tot een druk tussen de 4 en 5 bar.

> DE BUITENTEMPERATUUR: de actieradius is kleiner bij kouder weer.

> DE ONDERSTEUNINGSMODUS: we raden aan om de ondersteuningsmodus te verlagen als de accu bijna leeg is.

> VOLG DE INSTRUCTIES VOOR HET OPLADEN EN OPBERGEN VAN JE ACCU.


De geschatte actieradius van de accu van de Riverside 100 E is 70 km in modus 1, 60 km in modus 2 en 40 km in modus 3 als je de instructies correct volgt.

Ja, er bestaat een snellere oplader:

Als je voor het eerst met je nieuwe fiets gaat rijden, kunnen er verschillende onderdelen zijn die nog wat op hun plaats moeten vallen.

Je zult bijvoorbeeld de spaken van je wielen horen kraken door de resterende torsie van het assemblageproces. Dit is normaal.

Er mag echter geen slag in je wiel zitten. Als dit toch het geval is, maak dan gebruik van de gratis controle die binnen zes maanden na aankoop beschikbaar is, en ga langs bij een van onze Decathlon-werkplaatsen om je wiel gratis te laten repareren.

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je versnellingen (tandwielen) niet goed werken.

1. Controleer de positie van de kabelhulzen van de buitenkabel (aan de uiteinden). Verkeerd gepositioneerde kabelhulzen kunnen de trekkracht op de derailleurkabel belemmeren en ervoor zorgen dat de versnellingen niet goed werken. Als een kabelhuls niet op zijn plaats zit, duw die dan terug op zijn plaats.

2. De derailleurkabel en buitenkabel kunnen vastzitten. Als je niet kunt schakelen naar de kleinste versnellingen (op de kleinste tandwielen) en als de derailleur niet beweegt, zelfs niet als je de shifter gebruikt, dan zijn de kabel en de buitenkabel waarschijnlijk vastgelopen. In dat geval moeten de kabel en de buitenkabel worden vervangen.

3. Breng je Riverside naar een Decathlon-werkplaats om je derailleur te laten afstellen.

4. Controleer ook of de derailleurpad niet verbogen is. Als dat wel het geval is, bekijk dan de rubriek "DERAILLEURPAD IS KAPOT".  

Opmerking: Als je je Riverside regelmatig in natte of modderige omstandigheden gebruikt, of als je je Riverside-fiets regelmatig met veel water schoonmaakt, dan zullen de kabels en buitenkabels vaker moeten worden vervangen. We raden ook af om je fiets af te spuiten met een hogedrukreiniger, omdat hierdoor vuil en stof in de buitenkabels wordt geduwd.

Een verbogen pad zorgt ervoor dat de derailleur niet goed is uitgelijnd en daardoor niet goed kan functioneren.

Ga achter je fiets staan en controleer de uitlijning van de derailleur. .

Als de pad verbogen of gebroken is, breng je je fiets naar een Decathlon-werkplaats om hem te laten vervangen. Bij aankoop van een nieuwe Riverside-fiets wordt een reservederailleurpad meegeleverd.

Voordat je een nieuwe binnenband oplegt, moet je even aan de binnenkant van de buitenband voelen om te controleren of er nog iets scherps aan de binnenkant vastzit.

Je kunt een kopie van je sleutel laten maken door een slotenmaker.

Als je beide sleutels van je fiets kwijt bent, ga dan naar een Decathlon-werkplaats om het slot van je fiets te laten vervangen.

Je krijgt dan twee nieuwe sleutels bij het slot.

Wij geven levenslange garantie op het frame, de stuurpen en het stuur van je fiets.

Deze garantie geldt bij normaal gebruik van je fiets. Je fiets is ontwikkeld om regelmatig te fietsen op wegen en paden. Als je dus je fiets gebruikt voor een sport waarvoor hij niet bedoeld is, zoals mountainbiken (MTB) of downhill (DH), en het frame barst daardoor, is de garantie niet van toepassing.

De details van de garantie vind je via de onderstaande link.

1. CONTROLEER DE AANSLUITING ACCU > LADER > STOPCONTACT



Controleer of de oplader die je gebruikt een originele oplader van Decathlon is.

Sluit de oplader aan op de accu en op een stopcontact.

Het laadlampje is rood: de accu wordt opgeladen.

Het laadlampje is groen: de accu is opgeladen.

Het laadlampje knippert: er is een probleem met de accu of met de lader.

Een volledig lege accu heeft 6 uur nodig om volledig op te laden.

 

2. CONTROLEER OF ER GEEN VUIL IS DAT HET OPLADEN VERHINDERT

De connectoren van de oplader en de accu moeten schoon zijn. Er mag geen vuil zijn dat het contact tussen de accu en de oplader verhindert.

 

3. DE LEDLAMPJES OP DE ACCU KUNNEN STUK ZIJN

Ga naar je Decathlon-werkplaats om ze te laten repareren.

DE LAATSTE LED KNIPPERT (de LED die het verst van de accuknop is verwijderd).

De accu is bijna leeg en moet worden opgeladen. Sluit je accu aan op de oplader.


DE VIERDE LED KNIPPERT

De spanning van je accu is laag en de accu is lange tijd niet opgeladen. Laad de accu zo snel mogelijk op om te voorkomen dat deze diep ontlaadt en onbruikbaar wordt.


 EEN ANDER LEDLAMPJE KNIPPERT

Er is een abnormale storing opgetreden die een fout veroorzaakt. Deze storing kan tijdelijk of permanent zijn. Ga naar een Decathlon-werkplaats voor een diagnose van je accu en fiets.

1: Lage accuspanning
1- Zet de fiets uit en weer aan
2- Laad de accu op.

2: Motor oververhit
1- Laat de motor rusten door de ondersteuningsmodus te verminderen.
2- Zet de fiets uit, laat hem even staan en zet hem dan weer aan.

3: Abnormale stroom of spanning
1- Zet de fiets uit en weer aan.
2- Controleer of de connectoren helemaal ingeduwd zijn en of de kabels
niet beschadigd zijn.
3- Laad de accu op.

4: Hoge accuspanning
1- Zet de fiets uit en weer aan.
2- Ga naar je plaatselijke Decathlon-werkplaats om de accu te laten nakijken.

5: Fout met de trapsensor
1- Zet de fiets uit en weer aan.
2- Update de software.
3- Controleer de connector van de trapsensor.

6: Fout met het controllerprogramma
1- Zet de fiets uit en weer aan.
2- Update de software.

7/8: Hoge motorspanning
1- Laat de motor rusten door de ondersteuningsmodus te verminderen.
2- Zet de fiets uit, laat hem even staan en zet hem dan weer aan.

9: Motorfout
1- Zet de fiets uit en weer aan.
2- Controleer of de motorconnector helemaal ingeduwd is en of het wiel vrij kan
ronddraaien.

10: Motorfout of kortsluiting
1- Zet de fiets uit en weer aan.
2- Controleer of de motorconnector helemaal ingeduwd is.

11: Fout met de snelheidsdetectie
1- Zet de fiets uit en weer aan.

ALLES KNIPPERT (leds 1 tot 11): Complexe fout
1- Zet de fiets uit en weer aan.
2- Ga naar je plaatselijke Decathlon-werkplaats om de fiets na te laten kijken

1- CONTROLEER OF DE ACCU OPGELADEN IS

Als de accu bijna leeg is en de fiets ingesteld is op een hoge ondersteuningsmodus, kan dit ertoe leiden dat de fiets gaat schokken voordat de accu helemaal leeg is.

> Haal de accu uit de fiets.

> Druk op de accuknop.

> Controleer of er ten minste één ledlampje oplicht.

> Als geen van de leds oplicht, of als de laatste led knippert, moet je de accu opladen.

2- CONTROLEER OF DE ACCU SCHOON, GOED BEVESTIGD EN VERGRENDELD IS

> Controleer of de connectoren en de houder van de accu schoon en in goede staat zijn.

> De accu moet goed in de houder geschoven zijn. (Zorg ervoor dat de vergrendeling in de open stand staat)

3- CONTROLEER OF DE MOTORCONNECTOR CORRECT AANGESLOTEN IS

> De motorconnector, die zich op de linker achtervork bevindt, kan een beetje verschoven zijn. 

Duw hem er gewoon opnieuw in zodat hij goed op zijn plaats zit (de mannelijke connector mag er helemaal niet uitsteken) om schokken en/of motorgeluiden te voorkomen.

 

Als het probleem aanhoudt, neem dan contact met ons op via het contactformulier, of ga naar een Decathlon-werkplaats.

1- CONTROLEER OF HET SCHERM CORRECT AANGESLOTEN IS

> Controleer de connector van het scherm, die zich aan de voorkant van het stuur bevindt.

> Draai de twee knoppen los en trek eraan om de console los te koppelen van de connectorkabel.

> Controleer of geen van de stekkers verbogen is.

> Sluit de console weer aan, let op de juiste richting van de connectoren om te voorkomen dat je een stekker verbuigt! Gebruik de twee pijlen die aan weerszijden van de connectoren zijn gegraveerd om de richting te controleren. Deze twee pijlen moeten tegenover elkaar staan voordat ze worden aangesloten.

2- CONTROLEER OF DE ACCU OPGELADEN IS

Als de accu bijna leeg is en de fiets ingesteld is op een hoge ondersteuningsmodus, kan dit ertoe leiden dat de fiets gaat schokken voordat de accu helemaal leeg is.

> Haal de accu uit de fiets.

> Druk op de accuknop.

> Controleer of er ten minste één ledlampje oplicht.

> Als geen van de leds oplicht, of als de laatste led knippert, moet je de accu opladen.

3- CONTROLEER OF DE ACCU SCHOON, GOED BEVESTIGD EN VERGRENDELD IS

> Controleer of de connectoren en de houder van de accu schoon en in goede staat zijn.

> De accu moet correct in de onderste houder zijn geplaatst en de hendel moet volledig omlaag staan (je moet een klik horen zodat je weet dat deze correct is geplaatst).

4- LAAT HET SYSTEEM AFKOELEN

Bij hoge temperaturen of na een lange rit kan het elektrische systeem oververhit raken. Laat de fiets afkoelen door de elektrische ondersteuning enkele minuten niet te gebruiken voordat je hem opnieuw start.

 

Als het probleem aanhoudt, neem dan contact met ons op via het contactformulier, of ga naar een Decathlon-werkplaats.

1- CONTROLEER OF DE ACCU OPGELADEN IS

Als de accu bijna leeg is en de fiets ingesteld is op een hoge ondersteuningsmodus, kan dit ertoe leiden dat de fiets gaat schokken voordat de accu helemaal leeg is.

> Haal de accu uit de fiets.

> Druk op de accuknop.

> Controleer of er ten minste één ledlampje oplicht.

> Als geen van de leds oplicht, of als de laatste led knippert, moet je de accu opladen.

2- CONTROLEER OF DE ACCU SCHOON, GOED BEVESTIGD EN VERGRENDELD IS

> Controleer of de connectoren en de houder van de accu schoon en in goede staat zijn.

> De accu moet correct in de houder geschoven worden. (Zorg ervoor dat de vergrendeling in de open stand staat)

3- LAAT HET SYSTEEM AFKOELEN

Bij hoge temperaturen of na een lange rit kan het elektrische systeem oververhit raken. Laat de fiets afkoelen door de elektrische ondersteuning enkele minuten niet te gebruiken voordat je hem opnieuw start.

 

Als het probleem aanhoudt, neem dan contact met ons op via het contactformulier, of ga naar een Decathlon-werkplaats.

1- SELECTEER EEN ONDERSTEUNINGSMODUS (ECO, NORMAAL, BOOST)

Als er geen enkele modus oplicht, betekent dit meestal dat er geen elektrische ondersteuning is.

Selecteer een van de ondersteuningsmodi (ECO, NORMAAL, BOOST).

Zodra je de modus hebt geselecteerd, begin je stevig te trappen.  Selecteer een hogere ondersteuningsmodus (BOOST is de hoogste) als je het te moeilijk vindt om hard genoeg te trappen om de elektrische ondersteuning in te schakelen.

2- CONTROLEER OF DE ACCU OPGELADEN IS

Als de accu bijna leeg is en de fiets ingesteld is op een hoge ondersteuningsmodus, kan dit ertoe leiden dat de fiets gaat schokken voordat de accu helemaal leeg is.

> Haal de accu uit de fiets.

> Druk op de accuknop.

> Controleer of er ten minste één ledlampje oplicht.

> Als geen van de leds oplicht, of als de laatste led knippert, moet je de accu opladen.

3- CONTROLEER OF DE ACCU SCHOON, GOED BEVESTIGD EN VERGRENDELD IS

> Controleer of de connectoren en de houder van de accu schoon en in goede staat zijn.

> De accu moet correct in de onderste houder zijn geplaatst en de hendel moet volledig omlaag staan (je moet een klik horen zodat je weet dat de accu goed zit).

4- LAAT HET SYSTEEM AFKOELEN

Bij hoge temperaturen of na een lange rit kan het elektrische systeem oververhit raken. Laat de fiets afkoelen door de elektrische ondersteuning enkele minuten niet te gebruiken voordat je hem opnieuw start.

5- CONTROLEER OF DE MOTORCONNECTOR GOED IS AANGESLOTEN

De motorstekker, die zich op de linker achtervork bevindt, kan een beetje verschoven zijn.

Duw hem er gewoon opnieuw in zodat hij helemaal op zijn plaats zit (de mannelijke connector mag er helemaal niet uitsteken). Dit zou het motorgeluid en het schokken moeten stoppen.


Als het probleem aanhoudt, neem dan contact met ons op via het contactformulier, of ga naar een Decathlon-werkplaats.

1- CONTROLEER DE BANDENSPANNING

> De bandenspanning bepaalt hoe efficiënt de elektrische ondersteuning werkt. Zorg er voor elke rit voor dat je banden tussen de 4 en 5 bar zijn opgepompt.

2- CONTROLEER OF DE ACCU OPGELADEN IS

Als de accu bijna leeg is, krijgt de motor niet genoeg vermogen om het gewenste ondersteuningsniveau te leveren. Schakel in dat geval over naar een lagere ondersteuningsmodus.

3- CONTROLEER OF DE ACCU CORRECT IS AANGESLOTEN

Als de motor lijkt te schokken, controleer dan of de stekker van de motor volledig en goed is aangesloten.

De motorstekker boven aan de linkerachtervork van het frame kan losgekoppeld of beschadigd zijn.

Duw hem er gewoon opnieuw in zodat hij helemaal op zijn plaats zit (de mannelijke connector mag er helemaal niet uitsteken). Dit zou het motorgeluid en het schokken moeten stoppen.

4- LET EROP OM DE FIETS NIET TE OVERLADEN


Als het probleem aanhoudt, neem dan contact met ons op via het contactformulier of ga naar je plaatselijke Decathlon-werkplaats.

Hoe kun je je fietsketting ontvetten?
Om je ketting goed te ontvetten, is het belangrijk om een ontvettend product op de hele ketting en transmissie te spuiten. Veeg de ketting en de cassette vervolgens af met een schone doek om vet en vuil te verwijderen. Afhankelijk van de algemene staat van je ketting, moet je bijzonder vuile onderdelen grondig schoonmaken!
Spoel de ketting ten slotte overvloedig af totdat je alle vuilresten hebt verwijderd. Soms kan er zelfs na het inspuiten met reinigingsmiddel nog wat vuil achterblijven,
dus laat het dan nog een paar minuten inwerken voordat je je ketting opnieuw afveegt met een droge doek om alle resterende vuilresten volledig te verwijderen.

Om dit klusje efficiënter uit te voeren, raden we aan onze kettingreiniger te gebruiken.

We laten je een beproefde methode zien die is goedgekeurd door de technici van het VAN RYSEL AG2R LA MONDIALE U19-team en onze ambassadeurs.

Nadat je je remblokken hebt vervangen, raden we aan om ze in te remmen zodat ze niet "verglazen" (wat zou leiden tot minder remvermogen).

Fietsen met versleten banden kan problemen veroorzaken, zoals gripverlies, lekrijden en valpartijen. Om de kans hierop te verkleinen, volgen hier enkele adviezen over hoe je de slijtage van je banden kunt controleren.

Je band kan vrij stijf zijn als hij oud is; je mag best wat kracht gebruiken om hem van de velg te halen.

Schroef de cassette gewoon los met behulp van de cassette-afnemer en de kettingzweep en schroef vervolgens de nieuwe cassette erop.

Je vindt de cassette-afnemer en de kettingzweep via de onderstaande link. Ga voor een nieuwe cassette naar de rubriek "Onderdelen".

Om dit te doen heb je het volgende materiaal nodig: een kettingpons, een nieuwe ketting en een snelschakel.

Leg de ketting op het laatste tandwiel en op het kleinste kettingblad. 

Verwijder de snelschakel met behulp van de tang of de kettingpons en haal dan de oude ketting van de transmissie af.

Leg de nieuwe ketting op het laatste tandwiel en op het kleinste kettingblad. Zo kun je gemakkelijker de optimale lengte bepalen.
BELANGRIJK: sommige kettingen passen maar in 1 richting, dus controleer de handleiding.

De ketting moet aan de bovenkant en voorlangs het bovenste derailleurwieltje lopen.

Als je de juiste lengte eenmaal hebt bepaald, gebruik je de kettingpons om de ketting door te knippen.

Plaats ten slotte de snelschakel op de ketting, draai aan de pedaal zodat de snelschakel op het bovenste deel van de ketting zit en gebruik je hand om druk uit te oefenen en ervoor te zorgen dat hij stevig vastzit.