ELEKTRISCHE HYBRIDE FIETS RIVERSIDE 500 E
GROEN - GRIJS / GROEN

WIL JE EEN RECREATIEVE RIT OF EEN LANGERE TOCHT MAKEN MET JE RIVERSIDE-FIETS?

Dan hebben we enkele adviezen voor jou:

1- VEILIGHEID

Draag een recent gekochte en gecertificeerde helm; weet dat bij één op de twee valpartijen het hoofd geraakt wordt!
BELANGRIJK: Fietshelmen hebben een beperkte effectieve levensduur, zelfs als ze nooit betrokken zijn geweest bij een valpartij! Laat je informeren als je er een aankoopt.
 - Vertrek met een fiets die goed is afgesteld en goed is onderhouden.
- Neem je (volledig opgeladen!) telefoon mee om te kunnen bellen als je hulp nodig hebt.
- Breng vooraf je route in kaart, zodat je zoveel mogelijk fietspaden en autovrije paden kunt nemen.
- Neem een EHBO-kit mee (in een zadeltas bijvoorbeeld)
- Als je in het donker gaat rijden, zorg dan dat de voor- en achterlichten gemonteerd zijn en werken. 

2- COMFORT

- Als je net begint met fietsen: begin dan met ritten van een uur en verleng deze geleidelijk naarmate je meer ervaring opdoet.
- Draag kleding die geschikt is voor de duur van je rit, en trek ook handschoenen aan.
- Je hoeft niet hard op de pedalen te duwen. Wissel in plaats daarvan van versnelling zodat je gemakkelijker en sneller kunt trappen. Zo kun je langer en verder fietsen.
- Neem, afhankelijk van het weer, kleding mee om je te beschermen tegen kou of regen.
- Vergeet niet om enkele stretchoefeningen te doen na je rit.
- DRINK VOLDOENDE!

3- NEEM ALTIJD EEN BANDENREPARATIESET MEE!

 - Een fietspomp. Sommige pompen passen op de schroeven van het frame voor de bidonhouder.
- 3 bandenlichters, een binnenband en een 15 mm steeksleutel voor de Riverside 100 die je in een zadeltas kunt stoppen. 
Leer zelf reparaties uit te voeren! Bekijk de volgende video.

 4- DRINK REGELMATIG

- Bevestig een bidonhouder aan je fiets en neem een drinkbus mee zodat je tijdens het fietsen kunt drinken, of stop een drinkbus in je rugzak.
- Denk eraan om regelmatig water te drinken (elke 20 minuten en minimaal een halve liter per uur)

5- VERGEET NIET TE ETEN

- Neem enkele energierepen mee (je kunt ze meenemen in een zadeltas of stuurtas)
- Wacht niet tot je honger krijgt om te eten. Eet elk uur iets om je spieren meer energie te geven.

Het wiel van je fiets is uitgerust met een quick release-mechanisme. Bekijk de instructies in het eerste deel van de video.

> Stal je fiets op een koele en beschutte plaats.

> Maak je fiets schoon voordat je hem stalt om modder of zand te verwijderen dat je fiets zou kunnen aantasten.

> Smeer de ketting: spuit je volledige fiets in met "ALL IN ONE" om hem te beschermen tegen roest

> Zet de derailleur op het kleinste tandwiel

> Laad de accu minstens één keer per 6 maanden op (hoe vaker, hoe beter)

De juiste bandendruk is in het bijzonder bij een elektrische fiets uitermate belangrijk. Door de combinatie van motor en fiets hebben de wielen veel gewicht te torsen.

Om het risico op een lekke band te verminderen en ervoor te zorgen dat je fiets zijn maximale bereik kan halen, raden we aan je banden op te pompen tot een druk van 4 tot 5 bar.

Het is belangrijk om je zadel op de juiste hoogte af te stellen. Zo voorkom je pijn die veroorzaakt wordt door te trappen in een oncomfortabele houding.

Als je fiets uit de winkel komt, zijn de remschijven en remblokken nog nieuw. Je kunt dan nog niet op volle kracht remmen.

Door hard en langdurig te remmen (bijvoorbeeld tijdens een afdaling) met remmen die nog nooit eerder zijn gebruikt, kunnen de remblokken oververhit raken en "verglazen".

Om te vermijden dat je remmen hierdoor volledig onbruikbaar worden, raden we aan om je remmen eerst "in te remmen". Dit vraagt een tiental remacties per rem. Onder een remactie verstaan we een sterke snelheidsvermindering van 25 naar 5 km/u, zonder dat je het wiel blokkeert. Herhaal dit met de andere rem.

Het duurt zes uur om de accu volledig op te laden (van 0% tot 100%). Het duurt echter slechts 3 uur om de accu van 0% tot 80% op te laden.

Het is een fiets met elektrische ondersteuning. Dit betekent dat je ook kunt fietsen zonder die ondersteuning.

Je zult echter het gewicht van het elektrische ondersteuningssysteem voelen.

Ja, de oplader en de accu kunnen altijd aangesloten blijven.

Als de accu volledig opgeladen is, stopt de oplader met opladen. Je kunt zien wanneer de accu is opgeladen, omdat het ledlampje dan uitgaat.

Nee, lithium-ionbatterijen hebben geen geheugeneffect en kunnen op elk moment worden opgeladen.

We raden aan om je accu regelmatig op te laden om ervoor te zorgen dat deze goed blijft werken.

Nee, de accu heeft geen dynamo. Bij sommige systemen kun je de accu opladen terwijl je rijdt of remt, maar dit genereert niet veel stroom.

Als je accu aan vervanging toe is, breng je de accu naar je plaatselijke Decathlon-winkel. Die zal de accu naar een gespecialiseerd bedrijf sturen om te worden gerecycled.

Op de accu krijg je 2 jaar garantie, of 500 oplaadcycli (1 cyclus = 1 keer volledig op- en ontladen of 2 keer half opladen en weer ontladen).

Je moet je accu bewaren en opladen op een koele (tussen 10°C en 25°C), droge plaats, verwijderd van direct zonlicht.

Berg de accu niet voor lange perioden op als deze leeg is of minder dan 10% is opgeladen, want dit kan leiden tot diepontlading en beschadiging van de accu.



Laad de accu (zelfs als je deze niet gebruikt) elke zes maanden ten minste eenmaal op om diepontlading en capaciteitsverlies te voorkomen.

Je kunt een nieuwe accu kopen in je lokale Decathlon-atelier.

Neem contact op met het dichtstbijzijnde atelier om erachter te komen of ze de accu die je nodig hebt op voorraad hebben en hoelang het duurt voordat deze geleverd wordt.

Je kunt je accu tot zes maanden bewaren zonder op te laden en zonder dat de accucapaciteit vermindert. Als je de accu langer dan zes maanden opbergt, moet je deze volledig opladen.

Het bereik van je elektrische fiets is afhankelijk van een aantal factoren:

> DE BELASTING VAN JE FIETS: de accuduur zal korter zijn als de fiets overbelast is.

> HET TYPE TERREIN: de accuduur is kleiner als je bergopwaarts rijdt.

> JE GEBRUIK: de actieradius van de accu zal variëren afhankelijk van hoeveel inspanning je in het trappen stopt

> DE BANDENSPANNING: de accu gaat langer mee met een bandendruk tussen de 4 en 5 bar.

> DE BUITENTEMPERATUUR: de accuduur is korter bij koud weer.

> DE ELEKTRISCHE ONDERSTEUNINGSMODUS: kies een lagere ondersteuningsmodus wanneer de accu bijna leeg is.

> HET OPVOLGEN VAN DE INSTRUCTIES VOOR HET OPLADEN EN OPBERGEN VAN JE ACCU

 

De accu van de Riverside 500 E gaat naar verwachting ongeveer 80 km mee in modus 2 als je de instructies correct opvolgt.

Tijdens de eerste ritten met je nieuwe fiets zijn er altijd onderdelen die zich nog wat moeten zetten.

Je zal bijvoorbeeld de spaken van je wielen horen kraken door de resterende torsie die erin zit. Dat is normaal.

Normaal gesproken zit er dus geen slag in je wiel. Als dit toch het geval is, gebruik dan de gratis check-up die gedurende zes maanden na aankoop voor je beschikbaar is, en neem contact op met een van onze Decathlon-ateliers om je wiel gratis te laten herstellen.

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je versnellingen (tandwielen) niet correct schakelen.

1. Onjuist geplaatste buitenkabelhulzen kunnen de trekkracht op de derailleurkabel belemmeren en ervoor zorgen je niet meer goed kunt schakelen. Als er een huls verkeerd zit, zet deze dan met de hand terug op zijn plaats.

2. Mogelijk zijn de kabels of de buitenkabels vastgelopen. Als de ketting niet naar het kleinste tandwiel gaat, of als de achterderailleur niet beweegt bij het gebruik van de shifters, dan is de kabel en/of de buitenkabel vrijwel zeker vastgelopen. In dat geval moet je de kabel en buitenkabel vervangen.

3. Breng je Riverside-fiets naar een Decathlon-atelier om de derailleur opnieuw af te stellen.

4. Je moet ook nagaan of de derailleurpad niet verbogen is. Als dat het geval is, bekijk dan de rubriek "MIJN DERAILLEURPAD IS KAPOT".  

Opmerking: Als je regelmatig in vochtige en modderige omstandigheden gaat rijden, of als je je Riverside-fiets regelmatig wast met veel water, zul je de binnen- en buitenkabels vaker moeten vervangen. We raden je ten zeerste af om je fiets met een hogedrukreiniger schoon te maken, omdat je dan al het vuil in de buitenkabels spuit.

Een verbogen pad veroorzaakt een verkeerde uitlijning van de derailleur, waardoor deze niet meer correct werkt.

Neem plaats achter je fiets en bekijk de uitlijning van de derailleur.

Als de pad verbogen of gebroken is, ga dan naar een Decathlon-atelier om de derailleurpad te vervangen. Bij aankoop van je Riverside wordt een reserve-derailleurpad meegeleverd.

Controleer de band meerdere keren zodat je niet opnieuw een lekke band krijgt.

Je kunt je sleutel laten bijmaken bij een sleutelmaker.

Als je beide sleutels van je fiets kwijt bent, ga dan naar een Decathlon-atelier om het slot van je fiets te laten vervangen.

Je krijgt dan twee nieuwe sleutels samen met je nieuwe slot.

 

 

We geven levenslange garantie op het frame, de stuurpen en het stuur van je fiets.

Deze garantie is van toepassing bij normaal gebruik van je fiets. Je fiets is ontwikkeld om regelmatig op wegen en paden te fietsen. Dus als je je fiets gebruikt voor een sport waarvoor hij niet bedoeld is, zoals mountainbiken (MTB) of downhill mountainbiken (DH), en het frame gaat kapot, vervalt de garantie.

Alle info over je garantie vind je via de onderstaande link.

1. CONTROLEER DE ACCU, DE OPLADER EN DE NETSTROOMAANSLUIITNG

 

Zorg ervoor dat de oplader die je gebruikt de originele oplader is die door Decathlon werd geleverd.

Sluit de oplader aan op de accu en een stopcontact.

Het ledlampje van de oplader is rood: de accu is aan het opladen.

Het ledlampje van de oplader is groen: de accu is opgeladen.

Het ledlampje van de oplader knippert: er is een probleem met de accu of de oplader.

Het duurt ongeveer 6 uur om een volledig lege accu opnieuw volledig op te laden.

 

2. CONTROLEER OF ER GEEN VUIL OP DE CONNECTOREN ZIT

De connectoren van de accu en de oplader moeten schoon zijn. Er mag geen vuil zitten dat het contact tussen de accu en de oplader verhindert.

 

3. DE LED-INDICATOREN OP DE ACCU KUNNEN DEFECT ZIJN

Ga naar je Decathlon-atelier om ze te laten herstellen.

HET LAATSTE LEDLAMPJE (het verst verwijderde van de accuknop) KNIPPERT.

Je accu is bijna leeg en moet opgeladen worden. Sluit je accu aan op de oplader.

 

HET VIERDE LEDLAMPJE KNIPPERT

Je accuspanning is te laag en de accu is lange tijd niet opgeladen. Laad je accu zo snel mogelijk op om te voorkomen dat deze in diepontlading gaat en onbruikbaar wordt.

 

EEN ANDER LEDLAMPJE KNIPPERT

Je accu heeft iets abnormaals ondergaan en is daardoor defect geraakt. Deze storing kan tijdelijk of permanent zijn. Ga naar een Decathlon-atelier om een diagnose te laten uitvoeren van je accu en fiets.

FOUT 16 / 17 = SENSOR NIET GEDETECTEERD

Herstart je fiets. Als de foutmelding niet verdwijnt, ga dan naar een Decathlon-atelier om de storing te laten onderzoeken en repareren.

 

FOUT 32 / 33 = MOTORPROBLEEM

De motor is wellicht losgekoppeld. Controleer de aansluiting van de motor en steek de stekker er weer in; doe dit op de correcte manier om te vermijden dat je de pinnen beschadigt.

 

FOUT 48 = FOUT MET SNELHEIDSSENSOR

De motor is misschien losgekoppeld. 

Controleer de aansluiting van de motor en steek de stekker er weer in; doe dit op de correcte manier om te vermijden dat je de pinnen beschadigt.

Als de foutmelding niet verdwijnt, ga dan naar een Decathlon-atelier om de storing te laten onderzoeken en repareren.

 

FOUT 49 = FOUT TRAPFREQUENTIESENSOR

Herstart de fiets. Als de foutmelding niet verdwijnt, ga dan naar een Decathlon-atelier om de storing te laten onderzoeken en repareren.

 

FOUT 64 = FOUT TRAPFREQUENTIESENSOR

Herstart de fiets. Als de foutmelding niet verdwijnt, ga dan naar een Decathlon-atelier om de storing te laten onderzoeken en repareren.

 

FOUT 65/66/67 = LAGE SPANNING

Laad de accu op. Als de foutmelding niet verdwijnt, ga dan naar een Decathlon-atelier om de storing te laten onderzoeken en repareren.

 

FOUT 80 = DE CONTROLLER IS TE WARM

Laat je fiets afkoelen. Herstart de fiets. Als de foutmelding niet verdwijnt, ga dan naar een Decathlon-atelier om de storing te laten onderzoeken en repareren.

 

FOUT 81 = COMMUNICATIEFOUT ACCU / DISPLAY

Deze foutmelding treedt soms op wanneer de accu wordt verwijderd en weer op de fiets wordt geplaatst terwijl het scherm nog is ingeschakeld.

Schakel het scherm correct uit met de AAN/UIT-knop voordat je de accu van de fiets haalt.

Als de foutmelding niet verdwijnt, ga dan naar een Decathlon-atelier om de storing te laten onderzoeken en repareren.

 

FOUT 83 = MOTOR OVERBELAST

De motor is in een beschermende modus gegaan en heeft de ondersteuning verbroken omdat deze te veel wordt gebruikt.

Herstart de fiets.

Als de foutmelding niet verdwijnt, ga dan naar een Decathlon-atelier om de storing te laten onderzoeken en repareren.

 

FOUT 84 = FOUT CONTROLLERCOMMUNICATIE

Controleer of het scherm correct is bevestigd en of de connectorstekker niet beschadigd is.

Als de foutmelding niet verdwijnt, ga dan naar een Decathlon-atelier om de storing te laten onderzoeken en repareren.

 

 

1- CONTROLEER OF DE ACCU OPGELADEN IS

Als de accu bijna leeg is en de fiets is ingesteld op een hoge ondersteuningsmodus, kan dit ertoe leiden dat de fiets gaat schokken voordat de accu helemaal leeg is.

> Haal de accu van de fiets.

> Druk op de accuknop.

> Controleer of er ten minste één ledlampje brandt.

> Als geen enkel ledlampje oplicht, of als het laatste ledlampje knippert, moet je de accu opladen.

2- CONTROLEER OF DE ACCU SCHOON IS, GOED IS AANGESLOTEN EN CORRECT IS VERGRENDELD

> Controleer of de accuconnectoren en -behuizing schoon en in goede staat zijn.

> De accu moet correct in de sleuf worden geplaatst. (Zorg ervoor dat het slot in de open positie staat)

3- CONTROLEER OF DE MOTORCONNECTOR CORRECT IS AANGESLOTEN

> De motorconnector, die zich aan de linkerkant van de achtervork bevindt, zit misschien niet goed meer op zijn plaats. 

Duw hem eenvoudig naar binnen zodat hij goed op zijn plaats zit (de mannelijke connector mag helemaal niet uitsteken) om trillingen en/of motorgeluiden te voorkomen.

 

Als het probleem aanhoudt, neem dan contact met ons op via het helpformulier, of ga langs in een van onze Decathlon-ateliers.

1- CONTROLEER OF HET SCHERM CORRECT IS AANGESLOTEN

> Controleer de connector van het scherm, deze bevindt zich aan de voorkant van het stuur.

> Draai de twee schijven los en trek om het display en de aansluitingskabel los te koppelen.

> Controleer of geen van de stekkers verbogen is.

> Sluit hem opnieuw aan, en zorg ervoor dat je de connectoren in de juiste richting plaatst om te voorkomen dat een stekker verbuigt! Gebruik de twee pijlen aan elke kant van de connectoren om de richting te controleren. Deze twee pijlen moeten tegenover elkaar worden geplaatst voordat de connectoren worden aangesloten.

2- CONTROLEER OF DE ACCU CORRECT IS OPGELADEN

Als de accu bijna leeg is en de fiets is ingesteld op een hoge elektrische ondersteuningsmodus, kan dit resulteren in onregelmatige stroomonderbrekingen (waardoor de fiets gaat schokken) voordat de accu helemaal leeg is.

> Haal de accu van de fiets.

> Druk op de accuknop.

> Controleer of er ten minste één ledlampje brandt.

> Als geen enkel ledlampje oplicht, of als het laatste ledlampje knippert, moet je de accu opladen.

3- CONTROLEER OF DE ACCU SCHOON IS, GOED IS AANGESLOTEN EN CORRECT IS VERGRENDELD

> Controleer of de accuconnectoren en -behuizing schoon zijn.

> De accu moet correct in de onderste sleuf zijn geplaatst en de hendel moet volledig naar beneden zijn (je zou deze moeten horen vastklikken) zodat je zeker bent dat de accu er goed inzit.

4- LAAT HET SYSTEEM AFKOELEN

Bij hoge temperaturen of na een lange rit kan het elektrische systeem oververhit raken. Laat je fiets afkoelen door de elektrische ondersteuning enkele minuten niet te gebruiken voordat je deze weer aanzet.

 

Als het probleem aanhoudt, neem dan contact met ons op via het helpformulier, of ga langs in een van onze Decathlon-ateliers.

1- CONTROLEER OF DE ACCU OPGELADEN IS

Als de accu bijna leeg is en de fiets is ingesteld op een hoge ondersteuningsmodus, kan dit ertoe leiden dat de fiets gaat schokken voordat de accu helemaal leeg is.

> Haal de accu van de fiets.

> Druk op de accuknop.

> Controleer of er ten minste één ledlampje brandt.

> Als geen enkel ledlampje oplicht, of als het laatste ledlampje knippert, moet je de accu opladen.

2- CONTROLEER OF DE ACCU SCHOON IS, GOED IS AANGESLOTEN EN CORRECT IS VERGRENDELD

> Controleer of de accuconnectoren en -behuizing schoon en in goede staat zijn.

> De accu moet correct in de sleuf worden geplaatst. (Zorg ervoor dat het slot in de open positie staat)

3- LAAT HET SYSTEEM AFKOELEN

Bij hoge temperaturen of na een lange rit kan het elektrische systeem oververhit raken. Laat je fiets afkoelen door de elektrische ondersteuning enkele minuten niet te gebruiken voordat je deze weer aanzet.

 

Als het probleem aanhoudt, neem dan contact met ons op via het helpformulier, of ga langs in een van onze Decathlon-ateliers.

1- SELECTEER EEN ANDERE ONDERSTEUNINGSMODUS DAN NUL.

Als de modus die op het scherm wordt weergegeven 0 is, levert de motor geen elektrische ondersteuning.

Selecteer ondersteuningsmodus 1, 2 of 3.

Zodra de modus is geselecteerd, begint je stevig te trappen op de pedalen.  Selecteer een hogere ondersteuningsmodus (3 is de hoogste) als je het te moeilijk vindt om voldoende hard te trappen om de elektrische ondersteuning in te schakelen.

2- CONTROLEER OF DE ACCU OPGELADEN IS

Als de accu bijna leeg is en de fiets is ingesteld op een hoge ondersteuningsmodus, kan dit ertoe leiden dat de fiets gaat schokken voordat de accu helemaal leeg is.

> Haal de accu van de fiets.

> Druk op de accuknop.

> Controleer of er ten minste één ledlampje brandt.

> Als geen enkel ledlampje oplicht, of als het laatste ledlampje knippert, moet je de accu opladen.

3- CONTROLEER OF DE ACCU SCHOON IS, GOED IS AANGESLOTEN EN CORRECT IS VERGRENDELD

> Controleer of de accuconnectoren en -behuizing schoon en in goede staat zijn.

> De accu moet correct in de onderste sleuf zijn geplaatst en de hendel moet volledig naar beneden zijn (je zou deze moeten horen vastklikken) zodat je zeker bent dat de accu er goed inzit.

4- LAAT HET SYSTEEM AFKOELEN

Bij hoge temperaturen of na een lange rit kan het elektrische systeem oververhit raken. Laat je fiets afkoelen door de elektrische ondersteuning enkele minuten niet te gebruiken voordat je deze weer aanzet.

5- CONTROLEER OF DE MOTORCONNECTOR CORRECT IS AANGESLOTEN

De motorstekker, die zich aan de linkerkant van de achtervork bevindt, zit misschien niet goed meer op zijn plaats.

Duw hem eenvoudig naar binnen zodat hij goed op zijn plaats zit (de mannelijke connector mag helemaal niet uitsteken) om trillingen en/of motorgeluiden te voorkomen.

 

Als het probleem aanhoudt, neem dan contact met ons op via het helpformulier, of ga langs in een van onze Decathlon-ateliers.

1- CONTROLEER DE BANDENSPANNING

 > De bandendruk bepaalt hoe efficiënt de elektrische ondersteuning werkt. Controleer voor elke rit of de bandenspanning tussen 3 en 4,5 bar is.

2- CONTROLEER OF DE ACCU OPGELADEN IS

Als de accu bijna leeg is, zal de motor niet genoeg vermogen krijgen om de gewenste ondersteuning te bieden. Schakel in dat geval over op een lagere ondersteuningsmodus.

3- CONTROLEER OF DE ACCU CORRECT IS AANGESLOTEN

Als de motor lijkt te schokken, controleer dan of de connector naar de motor goed en correct is aangesloten.

De motorconnector, die zich aan de linkerkant van de achtervork bevindt, zit misschien niet goed meer op zijn plaats. 

Zorg ervoor dat hij correct is aangesloten (de mannelijke connector mag helemaal niet uitsteken) om trillingen en/of motorgeluiden te voorkomen.

4- OVERBELAST DE FIETS NIET

 

Als het probleem aanhoudt, neem dan contact met ons op via het contactformulier, of ga langs in een van onze Decathlon-ateliers.

Hoe ontvet ik mijn fietsketting?
Om je ketting goed te ontvetten is het belangrijk om een ontvettingsmiddel over de gehele ketting en transmissie te spuiten. Veeg vervolgens de ketting en de cassette af met een schone doek om vet en vuil te verwijderen. Afhankelijk van de algemene staat van je ketting, moet je erg vuile onderdelen grondig reinigen!
Spoel de ketting tenslotte overvloedig af totdat alle vuilresten verwijderd zijn. Soms kan er, zelfs na het inspuiten met reinigingsmiddel, nog wat vuil achterblijven.
Laat het een paar minuten zitten voordat je de ketting opnieuw afveegt met een droge doek om alle resten volledig te verwijderen.

Om deze klus efficiënter te klaren en voor een schoner resultaat, raden we het gebruik van onze kettingreiniger aan.

We laten je een beproefde methode zien die goedgekeurd werd door de monteurs van het VAN RYSEL | AG2R LA MONDIALE U19-team, onze ambassadeurs.

Na het vervangen van je remblokken raden we aan ze in te remmen zodat ze niet "vastlopen" (wat de remkracht zou verminderen).

Fietsen met versleten banden kan problemen veroorzaken, zoals gripverlies, lekke banden en valpartijen. Om de kans hierop te verkleinen, geven we enkele tips om de slijtage van je banden te controleren.

Je band kan redelijk stijf zijn als hij wat ouder is; gebruik gerust wat kracht om hem af te halen.

Schroef de cassette eenvoudig los met behulp van de cassette-afnemer en de kettingzweep en schroef vervolgens de nieuwe cassette erop.

Een cassette-afnemer en kettingzweep vind je via onderstaande link; voor een nieuwe cassette bekijk je de rubriek "Onderdelen".

Om de ketting te vervangen, heb je het volgende nodig: een kettingpons, een nieuwe ketting en een snelsluiting.

Leg de ketting op het laatste tandwiel en op het kleinste blad. 

Maak eerst de snelsluiting los met een tang voor snelsluitingen en verwijder vervolgens de oude ketting van de transmissie.

Leg de nieuwe ketting op het laatste tandwiel en het kleinste blad. Zo kun je de juiste lengte makkelijker bepalen.

De ketting moet langs het kransje van het bovenste derailleurwieltje lopen.

Gebruik de kettingpons om de ketting op de juiste lengte af te knippen.

Bevestig tot slot de snelsluiting en laat de ketting met de pedalen ronddraaien tot de snelsluiting bovenaan ligt. Duw er met je hand op om ervoor te zorgen dat deze goed gesloten is.