Eerste gebruik
1 - "Knop voor ondersteuningsmodus" (0-1-2-3)
- "0": geen ondersteuning
- "1" is de standaard ondersteuningsmodus: +50% ondersteuning
- 2: +100% ondersteuning
- 3: +150% ondersteuning
2 - "AAN/UIT"-knop
- Ingedrukt houden om de fiets aan en uit te zetten
- Kort indrukken om door de ritinfo te scrollen (Trip, Odo, Triptogo))
3 - "+"-knop
- Kort indrukken om over te schakelen naar het volgende hogere ondersteuningsniveau (3 is het maximum)
- Ingedrukt houden om over te schakelen naar "wandelmodus"
4 - "-"-knop
- Kort indrukken om over te schakelen naar het volgende lagere ondersteuningsniveau
- Ingedrukt houden (5-10 sec) om de gedeeltelijke afstandsmeter (TRIP) op nul te zetten
5 - "Licht"knop
- Kort indrukken om de voor- en achterverlichting en de achtergrondverlichting van het scherm in te schakelen
- Ingedrukt houden om naar de instellingen te gaan
6 - "Snelheidsindicator"
7 - "Wandel"modus
Hiermee kun je de fiets voortduwen terwijl je ernaast loopt, tot maximaal 6 km/u, zonder te trappen.
Let op: deze modus mag je niet gebruiken als je rijdt.
8 - ODO TRIP
ODO: de totaal afgelegde afstand. Deze kan niet op nul worden gezet.
TRIP: de gedeeltelijk afgelegde afstand.
TRIPtoGO: de resterende afstand die de fiets nog kan afleggen in de huidige ondersteuningsmodus.
9 - Afstandsindicator
10 - Eenheden: kilometer of mijl
11 - Lichtindicator: verschijnt op het scherm wanneer de verlichting wordt ingeschakeld
12 - Vijf accuniveaus: wanneer het accuniveau laag is, begint de indicator te knipperen
13 - Aanvullende accu- en systeeminformatie
Geeft het oplaadniveau van de accu in procenten weer.