MTB Rockrider AM 100 S

Als je fiets uit de winkel komt, zijn de schijven en remblokjes nog nieuw. Je kunt dan nog niet op volle kracht remmen. Door koud en aanhoudend te remmen (bijvoorbeeld in een afdaling), kunnen je remblokken oververhit raken en "verglazen".

We raden je dan ook aan om je remblokjes in te remmen zodat je je remmen probleemloos kunt blijven gebruiken. Tien rembeurten voor elke rem zijn voldoende om in te remmen. Onder remmen verstaan we een sterke snelheidsvermindering van 25 tot 5 km/u, zonder dat je het wiel blokkeert en door slechts één rem per keer te gebruiken.

Als je een dun, glad en glanzend laagje op je remblokken ziet, dan zijn ze wellicht verglaasd. Om dat te verhelpen en te voorkomen dat je ze moet weggooien, kun je ze ontglazen met relatief fijn schuurpapier (korrel 120). Draag handschoenen en een mondkapje terwijl je je remblokken schuurt. Monteer je remblokken vervolgens weer op je fiets en rem ze opnieuw in.

De minimale en maximale bandendruk in de oorspronkelijke montage met binnenband (tubetype) staan aangegeven op de zijkant van de band.

Onthoud echter dat de ideale druk verschilt van persoon tot persoon en afhankelijk is van je gewicht, het terrein en je eigen voorkeuren.
Het gaat erom het beste compromis te vinden tussen traprendement (hoge druk) en comfort/grip (lage druk).

Dat doe je als volgt:
Zoek een korte route (5-10 minuten) die je over zoveel mogelijk verschillende terreinen brengt (modder, hobbels, wortels, kasseien, etc.). Pomp je banden tot de maximaal aanbevolen druk op en maak een ritje. Als je banden te hard zijn en je te weinig comfort of grip in de bochten ervaart, verlaag je de druk. Vertrek elke keer opnieuw tot je de optimale druk voor jouw banden hebt gevonden.

Pas wel op dat je niet onder de minimaal aanbevolen druk zakt, anders zal je heel snel lek rijden.
Een goed opgepompte band is cruciaal bij het mountainbiken. Denk eraan om regelmatig de druk te controleren.

Tubeless is een goede manier om je banden optimaal te laten werken. De druk is lager (zo'n halve bar) dan bij een tubetype-band. Doordat de band minder is opgepompt, komt het "karkas" van de band in contact met de grond. En dat zonder dat de binnenband in de weg zit.

Bij een Tubeless-montage is het doel om de druk te verlagen zodat je band optimaal kan werken, zonder dat de velg de grond raakt als je een obstakel neemt.

Let op dat je bij een Tubeless-montage niet hoger gaat dan 3 bar, anders zouden je aluminium velgen kunnen vervormen.

Een goed opgepompte band is cruciaal bij het mountainbiken. Denk eraan om regelmatig de druk te controleren.

Let op: je Hutchinson Toro- en Taipan-banden zijn Tubeless Ready.

Om het risico op perforatie of beknelling van je binnenbanden te beperken en het grip en comfort te verhogen is het mogelijk om de wielen van je MTB om te vormen naar Tubeless. Je wielen en banden zijn Tubeless Ready, dat wil zeggen dat het wiel al een luchtdicht velglint heeft en de band Tubeless-compatibel is. Je hebt enkel nog een paar Tubeless Presta-ventielen en antilekvloeistof nodig. Vergeet niet om handschoenen en een veiligheidsbril te dragen om jezelf te beschermen tegen een mogelijke klapband.

Om je wielen om te vormen naar Tubeless, volg je de volgende stappen:

1. Demonteer het wiel.
2. Neem de band en de oorspronkelijke binnenband van de velg.
3. Controleer of het velglint goed vastgeplakt zit en geen luchtbellen of beschadigingen vertoont.
4. Plaats een tubeless Presta-ventiel langs de binnenkant, via het gaatje in de velg.
5. Voeg 90 ml (70 ml) antilekvloeistof toe voor de 29" (27,5").
6. Monteer de oorspronkelijke Tubeless-band.
7. Pomp de band stevig op, zodat het goed tegen de velg zit. Let op: pomp je band nooit verder op dan 3 bar, want dan kun je je aluminium velgen beschadigen.
Lijkt dit je wat te moeilijk, ga dan gerust naar je dichtstbijzijnde Decathlon-werkplaats om het klusje te laten uitvoeren.

Je moet je Rockshox 35G-vork afstellen op basis van je rijstijl, de ondergrond en je persoonlijke voorkeur, maar vooral ook op basis van je gewicht.

Via onderstaande link vind je de aanbevolen druk en rebound voor je vork. Daarvoor heb je het volledige gewicht (inclusief helm, schoenen en drinkrugzak) nodig en het model van je fiets: een MTB.

Vervolgens berekent de website de aanbevolen druk (in psi) en de rebound in een paar kliks vanuit de volledig met de klok mee aangedraaide positie (trage positie).

Met de druk kan je de zogeheten SAG regelen, dat wil zeggen de mate waarin de vork inveert wanneer de fietser opstapt. Voor soepeler fietsen of meer comfort kies je best voor een hoge SAG (tussen 30% en 35%). Voor competitief gebruik en betere prestaties, heb je een stijvere vork nodig (tussen 20% en 25%).

De rebound bepaalt hoe snel je vork na het dempen van een schok terug in zijn uitgangspositie zit. We raden aan om je rebound in te stellen op basis van je conditie en niveau. Het wieltje voor de rebound vind je op de rechter buitenpoot van je vork (zie foto).

Nu je weet wat de aanbevolen instellingen voor je vork zijn, kan je overgaan op het onderdeel "De SAG van mijn vork instellen".

Nu je de gewenste afstellingen voor je vork hebt bepaald, heb je een hogedrukpomp voor veringen nodig en iemand die je mee kan helpen.

Volg de video in de onderstaande link om de SAG van je vork af te stellen.

Let op: je moet weten dat het dopje van het ventiel er zit om het ventiel tegen stof te beschermen en op geen enkele manier de druk van de vering vasthoudt. Het heeft dus geen zin om het te stevig vast te draaien!

Om ervoor te zorgen dat je MTB zich altijd gelijk gedraagt, raden we aan de SAG van je demper af te stemmen op die van je vork. Daarvoor doe je nagenoeg hetzelfde als voor de vork:

Je hebt hiervoor iemand nodig die je wil helpen en een hogedrukpomp voor veringen en een liniaal of meetlint.

Pomp je vering eerst op volgens de aanbevolen instellingen voor je demper. Vraag dan aan je assistent om de MTB vast te houden terwijl jij erop stapt. Meet hoe ver de vork inveert als je op de fiets zit. Om je SAG te verhogen, verlaag je de druk van je vering. Voor een lagere SAG, verhoog je de druk.

Net als bij je vork kies je voor soepeler fietsen of meer comfort best voor een hoge SAG (tussen 30% en 35%). Voor competitief gebruik en betere prestaties, heb je een stijvere demper nodig (tussen 20% en 25%).

Let op: je moet weten dat het dopje van het ventiel er zit om het ventiel tegen stof te beschermen en op geen enkele manier de druk van de vering vasthoudt. Het heeft dus geen zin om het te stevig vast te draaien!

Om je MTB goed schoon te maken heb je fietsreiniger, een spons en een borstel nodig.

Spoel je fiets eerst af met water. Gebruik vervolgens een spons en een borstel om het reinigingsproduct efficiënt aan te brengen. Vergeet niet om het product eerst te laten inwerken voordat je je fiets afspoelt.
Spuit met een zachte straal zodat je de mechanische elementen niet beschadigt.
Droog je fiets vervolgens af met een droge, schone en zachte doek.

Gebruik geen hogedrukreiniger. Het water kan in de kogellagers terechtkomen en je MTB blijvend beschadigen.

Haal allereerst het wiel uit het frame. Gebruik vervolgens een remblokspreider, of, als je die niet hebt, een grote schroevendraaier om de remblokken te spreiden en de zuigers in hun originele positie te brengen.

Verwijder de pin en draai de schroef die de blokken bij elkaar houdt los. Haal de blokken uit de houders. Maak de nieuwe remblokken klaar door de veer ertussen te plaatsen. 

Bevestig de nieuwe blokjes aan de juiste kant in de remhoef (R/RIGHT voor rechts en L/LEFT voor links). Draai de schroef aan en steek de pin erdoor.

Monteer het wiel en druk je remmen een tiental keer in om de blokjes bij elkaar te brengen. Kijk of de blokjes niet tegen de schijf schuren door even met het wiel te draaien. Vergeet niet je nieuwe remblokken in te remmen.

Voor deze ingreep heb je een inbussleutel van 5 mm nodig.

Schroef de remhoef los en duw de remhendel in. Houd de remhendel ingedrukt voordat je de remhoef opnieuw vastschroeft tot 9,5 Nm.

Kijk vervolgens of de schijf en de blokjes nog tegen elkaar komen.

Geeft je remhendel minder weerstand en/of raakt het je stuur voor je echt remt? Dan is het hoog tijd om je remsysteem te ontluchten. Voor optimale remkracht raden we aan je remmen een keer per jaar te ontluchten.

Dat is een relatief ingewikkeld klusje, waar je het juiste gereedschap voor nodig hebt. Als je niet zeker van je zaak bent of niet het juiste gereedschap hebt, kan je je MTB altijd binnenbrengen in een van onze Decathlon-werkplaatsen om onze technici je remmen te laten ontluchten. Wil je het toch liever zelf doen, bekijk dan het filmpje en de onderhoudshandleiding van je remmen onderaan deze pagina.

Let op: de video is gemaakt voor SRAM-remhoeven met Bleeding Edge-technologie. Hoewel de remhoeven van jouw fiets die technologie niet hebben, gaat het om dezelfde methode, alleen de dop is anders.

Je vork is een van de onderdelen van je MTB die het het zwaarst te verduren krijgen en moet dan ook strikt onderhouden worden om veilig en comfortabel over lastige paden te kunnen rijden. We raden je aan om je vork regelmatig onder handen te nemen.

Er zijn verschillende onderhoudsbeurten nodig om de levensduur van je vork maximaal te verlengen:

Haal na elke rit het vuil van de binnenpoten en de stofwerende dichtingen. Op die manier komt er zo weinig mogelijk vuil in de buitenpoten terecht. Je kunt ook een beetje SRAM Butter aanbrengen op de dichtingen om te zorgen dat ze zeker niet uitdrogen. Veeg het teveel aan vet wel af om te voorkomen dat het stof zich ophoopt.

Om een optimale interne smering te garanderen, kan je de fiets een nacht op de kop zetten (met de wielen in de lucht). Zo zal de olie opnieuw het schuim van de dichtingen in de buitenpoten doordrenken.

De twee volgende onderhoudsbeurten zijn lastiger omdat je er de vork voor moet demonteren. Als je niet zeker van je zaak bent of niet het juiste gereedschap hebt, kan je je MTB altijd binnenbrengen in een van onze Decathlon-werkplaatsen. Onze technici zullen het onderhoud dan voor jou uitvoeren. Wil je het toch liever zelf doen, bekijk dan de handleiding van de vork onderaan deze pagina.

Na 50 uur gebruik is het tijd voor het basisonderhoud, dat wil zeggen het vervangen van de smeerolie, het schuim en de dichtingen.

Na 200 uur gebruik is het tijd voor een volledig onderhoud van je vork. Hierbij moet je alle dichtingen, de smeerolie en de olie in de cartridge vervangen.

Net als de vork, heeft je MTB een demper om een zeker comfort en totale veiligheid op technisch terrein te verzekeren. We raden je aan om je demper regelmatig onder handen te nemen.

Er zijn verschillende onderhoudsbeurten nodig om de levensduur van je demper maximaal te verlengen:

Haal na elke rit het vuil van de binnenpoot en de stofwerende dichting. Op die manier komt er zo weinig mogelijk vuil in de demper zelf terecht.

De twee volgende onderhoudsbeurten zijn lastiger omdat je er de demper voor moet demonteren. Als je niet zeker van je zaak bent of niet het juiste gereedschap hebt, kan je je MTB altijd binnenbrengen in een van onze Decathlon-werkplaatsen. Onze technici zullen het onderhoud dan voor jou uitvoeren. Wil je het toch liever zelf doen, bekijk dan de handleiding van de demper onderaan deze pagina.

Na 50 uur gebruik moet je de dichtingen van de aircan vervangen.

Na 100 uur gebruik is het tijd voor een volledig onderhoud van je demper. Hierbij moet je alle dichtingen, de smeerolie en de olie in de cartridge vervangen.

Denk eraan om na een rit je zadelpen goed schoon te maken met een schone doek.
Gebruik niet te veel water of een hogedrukreiniger, want die kunnen je zadelpen beschadigen.

Gewoon afnemen met een licht vochtige doek is voldoende.

Met een versleten ketting kun je niet meer goed schakelen en verslijten je cassette en je kettingblad sneller.

Met een kettingtester kun je nagaan in hoeverre je ketting versleten is. Het is voldoende om het haakje tussen twee schakels van je ketting te plaatsen en de andere kant op de ketting te laten vallen. Als de tester volledig tussen twee schakels door valt, dan is je ketting versleten en moet je het snel vervangen om je cassette en je kettingblad niet te beschadigen.

We raden aan je ketting vanaf 50% slijtage te vervangen. Zit je voorbij de 75%, dan moet je je ketting, cassette én kettingblad vervangen. Daarom is het beter om je ketting regelmatig te vervangen, om te vermijden dat je volledige transmissie vroegtijdig verslijt.

Om een lekke band te plakken, heb je het volgende nodig: een pomp, een teil met water, een doek en een binnenbandset.

Pomp de binnenband lichtjes op. Leg de binnenband in een bak met water of haal het vlak voor je lippen langs om te voelen waar de lucht ontsnapt en zo het lek te vinden.

Als je het gaatje gevonden hebt, droog je de binnenband af met een doek. Wrijf met het schuurpapiertje zachtjes over de binnenband. Op die manier maak je de binnenband klaar om te lijmen en hecht de lijm optimaal.

Breng royaal lijm aan rond het gaatje en wacht 3 tot 5 minuten.

Plak de plakker tot slot op het gaatje en druk hem enkele minuten aan.

Nu moet je je binnenband alleen nog in je buitenband plaatsen!

Om een tubeless-band te plakken, doe je het volgende:

1. Haal het vreemde voorwerp uit de band.
2. Reinig het gat met de vijl waarop je een laagje lijm hebt aangebracht.
3. Plaats de wiek in de naald. Forceer gerust, zo verzeker je de luchtdichtheid!
4. Bedek de wiek en de naald met lijm.
5. Duw de helft van de wiek in het gat.
6. Verwijder voorzichtig de wiek uit de naald.
7. Snijd de wiek af op 3 mm van het karkas van de band.

Deze herstelling is mogelijk voor kleine gaatjes van maximaal 6 mm. Als je een groter lek hebt gereden, vervang je beter de hele band.

Wanneer je over obstakels rijdt, kan de spanning in je spaken veranderen en je wiel vervormen.

Weet dat tijdens de eerste ritten met je nieuwe fiets er altijd verschillende onderdelen zijn die bewegen en zich nog moeten zetten. Dat is ook zo voor de spaken in je wielen, die je misschien hoort 'kraken'. Dat geluid wordt veroorzaakt door de resterende torsie van de assemblage. Het is meestal niet nodig om het wiel te richten. Is dat toch het geval? Geen probleem! Je kunt tijdens de eerste 6 maanden na je aankoop je fiets gratis laten nakijken in een van onze Decathlon-werkplaatsen om die lichte afwijking bij te laten stellen.

Om je wiel zelf te richten, heb je minstens een spaaksleutel en eventueel een wielrichter en centreerboog nodig.

Zet je fiets op een montagestandaard of draai het om op het zadel. Demonteer je wiel en haal je band en binnenband eraf. Monteer het wiel zonder band terug op de fiets (of op de wielrichter) en ga voor het wiel staan. Laat het wiel draaien en kijk of het juist draait ten opzichte van het frame van de fiets. Als het wiel omhoog of omlaag lijkt te bewegen ten opzichte van de verticale as, heb je een "hoogteslag". Lijkt het wiel te slingeren op de horizontale as, dan heb je een "zijslag".

Om dat recht te zetten, moet je enkel de spanning van de spaken aan de slag bijstellen. Je kunt ook een beroep doen op een van onze Decathlon-werkplaatsen om je wielen te laten richten.

Als je versnellingen achteraan moeilijk schakelen of je shifter niet juist reageert, zitten je kabels en buitenkabels mogelijk vast.

Je moet ze dan vervangen om weer goed te kunnen schakelen. Je kunt hiervoor een beroep doen op een van de technici in onze Decathlon-werkplaatsen of ze zelf vervangen aan de hand van deze video.

Let op: als je vaak in vochtige of modderige omstandigheden gaat fietsen, of als je je fiets vaak met heel veel water schoonmaakt, dan zul je je (buiten)kabels sneller moeten vervangen. Je fiets afspuiten met een hogedrukreiniger raden we ten zeerste af omdat je dan het vuil in de buitenkabels spuit.

Als je telescopische zadelpen niet meer werkt of je shifter "slap" aanvoelt, kan het zijn dat je kabel vastzit. Je kunt de kabel en buitenkabel vervangen aan de hand van deze video.

NB: de kabeldoorvoer is lichtjes anders op je MTB AM 100 S. De kabel gaat buitenlangs onder de onderbuis door en gaat dan in de zadelbuis tot net boven de trapas.

Een verbogen derailleurpad kan ervoor zorgen dat je derailleur niet meer goed is uitgelijnd en dus niet meer correct werkt.

Ga achter je fiets staan en bekijk de uitlijning van je derailleur.
Is de pad verbogen of gebroken, ga dan naar een Decathlon-werkplaats om dit onderdeel te laten vervangen of doe het zelf aan de hand van dit filmpje van SRAM TECH.

Let op: de video gaat over een universele derailleurpad. De procedure is hetzelfde voor een ROCKRIDER XC/AM derailleurpad

Is je ketting stuk? Repareer deze zelf aan de hand van onze uitleg hieronder of loop binnen bij een van onze Decathlon-werkplaatsen en laat onze technici ervoor zorgen.

Als je het zelf wil doen, heb je de volgende spullen nodig: een kettingpons of missinglinktang, een nieuwe ketting en een 12S snelschakel.

Leg de ketting op het laatste tandwiel. Haal de snelschakel weg met een missinglinktang of kettingpons en haal dan de ketting van de transmissie. Leg de nieuwe ketting op het laatste tandwiel en op het kleinste kettingblad zodat je gemakkelijk de juiste lengte kunt bepalen. De ketting moet vlak langs de bovenkant van het bovenste wieltje van de derailleur lopen. Als je de juiste lengte hebt vastgelegd kun je de kettingpons gebruiken om de ketting tot op die lengte in te korten.

Plaats tenslotte de snelschakel op de ketting, met de gebogen kant naar buiten. Draai aan de crank om de snelschakel op het bovenste deel van de ketting te plaatsen. Duw met je hand om te controleren of de plaatsing goed is.
Denk eraan om altijd een snelschakel met je mee te nemen als je gaat mountainbiken. Zo kan je de ketting waar nodig eenvoudig ter plaatse repareren.

Let op: de snelschakel voor een cassette met 12 versnellingen is licht gebogen om de ketting soepeler door de transmissie te laten gaan. Weet dat een snelschakel voor 11 of minder versnellingen een dergelijke transmissie blokkeert.

Om na te gaan of je cassette versleten is, moet je de staat van je tandwielen bekijken. Als de tanden scherp of puntig zijn, dan is het tijd om je cassette te vervangen. Je moet weten dat je cassette met een versleten ketting veel sneller verslijt. Controleer dus regelmatig de staat van je ketting.

Je kan je cassette laten vervangen in een Decathlon-werkplaats of het zelf doen.

Daarvoor heb je een compatibele cassetteafnemer en een kettingzweep nodig. Demonteer je achterwiel en leg de kettingzweep op een redelijk groot tandwiel, zodat je cassette niet kan draaien. Zet de cassetteafnemer op het midden van de cassette en draai het los met een sleutel, waarbij je de kettingzweep gebruikt om te voorkomen dat de cassette gaat draaien. Je kan de losgekomen cassette nu heel gemakkelijk in zijn geheel of tandwiel voor tandwiel afnemen.

Denk eraan om voor je de nieuwe cassette plaatst de freewheelbody goed schoon te maken. Je kunt ook de groeven lichtjes invetten om een toekomstige demontage te vereenvoudigen. Plaats je nieuwe cassette op de freewheelbody en schroef alles goed aan. Te hard aandraaien heeft geen enkele zin. Heb je een momentsleutel, stel die dan in op 40 Nm.

Let altijd op de compatibiliteit van de onderdelen van je transmissie: de cassettebody, het merk, de reeks en het aantal versnellingen.
SRAM gebruikt de EAGLE-technologie, waarmee je transmissie compatibel is met alle SRAM EAGLE-onderdelen, ongeacht het assortiment. Het zou wel kunnen dat je je ketting moet verwisselen of inkorten afhankelijk van het formaat en de vertanding van de nieuwe cassette of het nieuwe kettingblad.