TC 2

Slechte aansluiting van de loopband          
 
 
           => Controleer de aansluiting met het stopcontact, zorg er vervolgens voor dat de hoofdschakelaar van de loopband op ‘1’ staat.
           => Controleer daarna of de veiligheidssleutel geplaatst is

 De loopband bevindt zich niet in het midden van het loopvlak 
 
 
Stap 1: Houd de inbussleutel (BTR) die meegeleverd werd met uw toestel bij de hand
Stap 2:
1) Start uw loopband op een lage snelheid (4 km/u)
 
2) Steek de sleutel in de schroef aan de kant waar de band afwijkt.

 
3) Draai een kwartdraai in wijzerzin tot de band terug in zijn oorspronkelijke positie staat.
 
4) Wacht ongeveer 30 seconden tussen elke kwartdraai
 
--> Dit met een maximum van 4 volledige toeren.
--> Let erop dat uw band niet té strak gespannen staat. Dit veroorzaakt ook het niet vloeiend lopen van de motor.

De schroeven zijn niet goed vastgedraaid 
 
           => Draai alle schroeven van de handgrepen goed vast
 
 

De spanning van de loopband is verminderd
 
           =>Selecteer de tab ‘Spanning van de loopband’

 
Stap 1: Houd de inbussleutel (BTR) die meegeleverd werd met uw toestel bij de hand
Stap 2:
1) Start uw loopband op een lage snelheid (4 km/u)
 
2) Steek de sleutel in de schroef aan de kant waar de band afwijkt.
 
3) Draai een kwartdraai in wijzerzin tot de band terug in zijn oorspronkelijke positie staat.
 
4) Wacht ongeveer 30 seconden tussen elke kwartdraai
 
--> Draai met gelijke toeren links en rechts
--> Dit met een maximum van 4 volledige toeren.
--> Let erop dat uw band niet té strak gespannen staat. Dit veroorzaakt ook het niet vloeiend lopen van de motor.

De loopband is te strak aangespannen
 
           => Controleer de spanning van de loopband zodat er een veerhoogte van ongeveer 3 centimeter is tussen de plaat en de band. Deze tussenruimte dient gemeten te worden in het midden van de plaat.
 
 
           => Indien dit niet het geval is, draait u de twee schroeven aan de achterkant van de loopband aan elke kant van de rol losser zodat de spanning van de loopband afneemt.
           => zie 'spanning van de loopband'

De loopband heeft de tijd niet gekregen om de helling te kalibreren
 
 
           => Schakel de loopband uit, start deze opnieuw op en voer de veiligheidssleutel in
           => Laat het toestel de meetcyclus (calibrage) uitvoeren. De loopband zal dan stijgen tot zijn maximale capaciteit en vervolgens opnieuw dalen tot het nulpunt.
           De handeling kan enkele minuten duren.
 
DIT IS EEN VEILIGHEIDSMODUS OM DE GOEDE WERKING VAN UW TOESTEL TE GARANDEREN.

Uw loopband bevindt zich in de calibratie.
 
           => u wacht 2-3 minuten tot het einde van de calibratie. U kan waarnemen dat de loopband naar boven en daarna terug naar beneden gaat. Na de calibrage zal uw console vanzelf weer oplichten. Om te vermijden dat de loopband in de         calibratiemode gaat, laat de loopband na het gebruik van de helling volledig zakken naar 0 alvorens de loopband uit te schakelen.

 
           =>Controleer regelmatig de smering tussen de loopband en de loopplaat. 
           =>Deze zone dient altijd ingesmeerd te zijn.
           De smering dient aan de binnenkant van de loopband te gebeuren, zoals hieronder aangegeven.
           =>Laat uw loopband na de verstuiving 5 minuten draaien tegen 5 km/u zonder dat er iemand op staat. 
 
           =>Het is belangrijk dat deze handeling regelmatig (na 10 uur gebruik) uitgevoerd wordt om de levensduur van het toestel te verzekeren.   

-

-